Translation of "Schapen" in Spanish

0.003 sec.

Examples of using "Schapen" in a sentence and their spanish translations:

Tom heeft schapen.

Tom tiene ovejas.

Schapen eten gras.

- Las ovejas comen zacate.
- Las ovejas comen pasto.

Tom voederde de schapen.

Tom alimentó a las ovejas.

Als een man elf schapen had en alle behalve negen stierven, hoeveel schapen zou hij dan nog hebben?

Si un hombre tuviera 11 ovejas y todas menos 9 murieran, ¿cuántas ovejas le quedarían?

- Tom verkoopt zijn schaap.
- Tom verkoopt zijn schapen.

Tom está vendiendo su oveja.

- Zij scheert het schaap.
- Zij scheert de schapen.

Ella está esquilando una oveja.

Schapen, runderen, herten. Ze komen er nooit meer uit.

Ovejas, ganado, ciervos. Y nunca salen.

Deze wolken zien eruit als een kudde witte schapen.

Estas nubes blancas parecen un rebaño de ovejas.

- Lammetjes zijn baby schapen.
- Lammeren zijn babyschapen.
- Lammetjes zijn babyschapen.

Los corderos son bebés oveja.

Kaas is een vast voedsel dat wordt geproduceerd van melk van koeien, geiten, schapen of andere zoogdieren.

El queso es un alimento sólido elaborado a partir de la leche de vaca, cabra, oveja u otros mamíferos.

- Waar Mary ook heen gaat, de schapen volgen haar.
- Waar Mary ook heen gaat, het schaap komt achter haar aan.

- Donde sea que Mary vaya, la oveja la sigue.
- A dondequiera que Mary vaya, la oveja la sigue.