Translation of "Leg" in Spanish

0.006 sec.

Examples of using "Leg" in a sentence and their spanish translations:

Leg uit.

Explíquese.

- Leg het alsjeblieft uit.
- Leg het alstublieft uit.

- Explícamelo.
- Explícate.
- ¿Puedes explicarte?

Leg het neer!

Bájalo.

Leg het daar.

- Ponedlo allí.
- Ponlo allí.
- Pónganlo allí.
- Ponlo ahí.

- Leg alles in mijn mand.
- Leg alles in mijn korf.

- Poné todo en mi canasta.
- Ponga todo en mi canasta.

Leg je potlood neer.

- Baja tu lápiz.
- Bajen sus lápices.

Leg uw wapens neer.

Bajen sus armas.

Leg het op tafel.

- Déjalo encima de la mesa.
- Ponlo en la mesa.

Leg die hamer neer.

Baja el martillo.

Leg het mij uit.

- Explícamelo.
- Acláramelo.

- Leg het geweer op de tafel.
- Leg het pistool op tafel.
- Leg het pistool op de tafel.

- Pon la pistola sobre la mesa.
- Pon el arma sobre la mesa.

- Leg het pistool op tafel.
- Leg het pistool op de tafel.

- Pon la pistola sobre la mesa.
- Pon el arma sobre la mesa.

Ik leg... ...een eenvoudige mastworp.

Lo que voy a hacer es un simple ballestrinque.

Leg het pistool op tafel.

Pon la pistola sobre la mesa.

Leg alles in mijn korf.

- Poné todo en mi canasta.
- Ponga todo en mi canasta.

- Leg het boek terug waar het lag.
- Leg het boek terug waar het stond.
- Leg het boek terug waar het was.

- Vuelve a poner el libro en su sitio.
- Pon el libro donde estaba.

Leg het nog eens uit, Jerry.

- Explíquelo de nuevo, Jerry.
- Explícalo otra vez, Jerry.

Leg me de regel uit, alsjeblieft.

Acláreme la regla, por favor.

Leg het geweer op de tafel.

Pon el arma sobre la mesa.

Leg me jouw mening niet op.

No me impongas tu opinión.

Leg wat ijs op je linkerbeen.

Pon hielo sobre tu pierna izquierda.

En leg je handen in je schoot.

y pongan las manos encima de las piernas.

Ik leg iedere maand 10 dollar opzij.

Ahorro 10 dólares cada mes.

Leg het terug op zijn plaats, alstublieft.

Por favor, devuélvelo a su sitio.

Leg dat boek boven op de andere.

Pon ese libro sobre los demás.

Leg een datum vast voor de bijeenkomst.

Fija una fecha para el encuentro.

Leg je mening niet op aan anderen.

No impongas tus opiniones sobre los demás.

Leg dat boek voor mij aan de kant.

Apártame ese libro.

Leg het eronder en gebruik het als een wrijvingszaag.

La ponen por debajo y la usan como serrucho.

Leg het boek terug waar je het gevonden hebt.

- Pon el libro donde lo encontraste.
- Deja el libro donde lo encontraste.
- Deje el libro donde lo encontró.
- Dejad el libro donde lo encontrasteis.
- Dejen el libro donde lo encontraron.
- Poned el libro donde lo encontrasteis.
- Pongan el libro donde lo encontraron.

- Laat dat daar maar zitten.
- Leg dat daar neer.

Dejá eso ahí.

Leg een gram vrijmoedigheid in alles wat je doet.

Pon un gramo de audacia en todo lo que hagas.

Elke dag leg ik meer dan honderd kilometer af.

Todos los días me hago más de cien kilómetros.

- Hoe legt ge dat uit?
- Hoe leg je dat uit?

¿Cómo explicas eso?

- Leg het neer, Tom.
- Zet het neer, Tom.
- Zet hem neer, Tom.

Bájalo, Tom.

Ik leg hem hier uit, lanceer hem... ...en ren zo van de klif.

Voy a colocarlo aquí, lanzarme y sobrevolar el acantilado,

- Zet het daar maar neer.
- Leg het daar maar neer.
- Plaats het daar.

Póngalo allí.

- Zie de feiten onder ogen!
- Erken de realiteit!
- Leg je bij de feiten neer!

- ¡Enfréntate a los hechos!
- ¡Enfrentaos a los hechos!
- ¡Enfréntese a los hechos!
- ¡Enfréntense a los hechos!

- Vertel mij over uw plan.
- Leg me je plan uit.
- Vertel me over je plan.

Háblame acerca de tu plan.

- Zet dat op papier.
- Zet dat zwart op wit.
- Schrijf het op.
- Leg het schriftelijk vast.

Ponga eso por escrito.

- Plaats het spel kaarten op de eiken tafel.
- Leg het spel kaarten op de eiken tafel.

Pon el mazo de cartas sobre la mesa de roble.