Translation of "Appartement" in Spanish

0.011 sec.

Examples of using "Appartement" in a sentence and their spanish translations:

- Mijn appartement is in de buurt.
- Mijn appartement is dichtbij.

Mi apartamento está cerca.

Hij woont in een appartement.

- Él vive en un apartamento.
- Vive en un apartamento.

Ik woon in een appartement.

- Vivo en un apartamento.
- Vivo en un piso.
- Vivo en un departamento.

Hij woont alleen, in een appartement.

Él vive solo en un apartamento.

Heb je hun nieuwe appartement gezien?

- ¿Has visto el nuevo apartamento de ellos?
- ¿Has visto su nuevo apartamento?

Er was ingebroken in het appartement.

El apartamento fue asaltado.

Het appartement is beschikbaar voor verhuur.

El apartamento está disponible para alquilar.

- We huurden het appartement.
- We huurden de flat.
- We verhuurden het appartement.
- We verhuurden de flat.

- Alquilamos el piso.
- Alquilamos el departamento.

Mijn appartement is niet ver van hier.

Mi departamento está cerca de aquí.

Hoeveel huur betaal je voor het appartement?

¿Cuánto pagas de arriendo por el departamento?

Mijn appartement is op de tweede verdieping.

Mi departamento queda en el segundo piso.

Vijftienhonderd kunstwerken werden aangetroffen in een appartement.

En un piso fueron encontradas mil quinientas obras de arte.

Mijn appartement is hier niet ver vandaan.

- Mi departamento no queda lejos de aquí.
- Mi apartamento no está lejos de aquí.
- Mi piso no está lejos de aquí.

Ik heb overal gezocht naar een klein appartement.

Busqué por todos lados un departamento pequeño.

- We huurden het appartement.
- We huurden de flat.

- Alquilamos el piso.
- Alquilamos el departamento.

- We verhuurden het appartement.
- We verhuurden de flat.

Alquilamos el piso.

Ik woon in een appartement in de stad.

Vivo en un apartamento en la ciudad.

Wat is er gebeurd? Het hele appartement is nat.

¿Qué ha sucedido aquí? El departamento entero está mojado.

Het was erg moeilijk om je appartement te vinden.

Me costó muchísimo encontrar tu apartamento.

- Hij woont in een appartement.
- Hij woont in een woning.

- Él vive en un apartamento.
- Vive en un apartamento.

- Heeft de flat drie slaapkamers?
- Heeft het appartement drie slaapkamers?

¿El piso tiene tres habitaciones?

Dit appartement is groter dan alle andere in dit gebouw.

Este apartamento es más grande que cualquier otro en el edificio.

- Ik heb een appartement gevonden.
- Ik heb een flat gevonden.

Encontré un apartamento.

Hij woont in een luxueus appartement dicht bij Central Park.

Vive en un apartamento de lujo cerca de Central Park.

Wat is er gebeurd? Er ligt water door heel het appartement!

¿Qué ha pasado? Hay agua por todo el apartamento.

- Mijn woning is nabij.
- Mijn flat is nabij.
- Mijn appartement is dichtbij.

Mi apartamento está cerca.

- Mijn woning is op de vierde verdieping.
- Mijn appartement is op de vierde verdieping.

- Mi departamento está en el cuarto piso.
- Mi casa está en el cuarto piso.

- Mijn kamer is op de vierde verdieping.
- Mijn woning is op de vierde verdieping.
- Mijn appartement is op de vierde verdieping.

Mi departamento está en el cuarto piso.