Translation of "Overhemd" in Russian

- Is dat uw overhemd?
- Is dat jouw overhemd?

- Это твоя рубашка?
- Это Ваша рубашка?

Tom droeg geen overhemd.

Том был без рубашки.

- Op dat overhemd zit bloed.
- Er zit bloed op dat overhemd.

На этой рубашке кровь.

Ik heb mijn overhemd gewassen.

Я постирал свою рубашку.

Dit overhemd moet gestreken worden.

- Рубашку нужно погладить.
- Эту рубашку надо погладить.

Je draagt je overhemd binnenstebuiten.

Ты надел рубашку наизнанку.

Ik heb één groen overhemd.

У меня одна зелёная рубашка.

Ik droeg een wit overhemd.

Я был в белой рубашке.

Er zit bloed op dat overhemd.

На этой рубашке кровь.

Waar is het overhemd dat ik voor je gekocht heb?

- Где рубашка, что я тебе купил?
- Где рубашка, которую я тебе купил?

- Hij heeft een zwart hemd.
- Hij heeft een zwart overhemd.

У него есть чёрная рубашка.

- Wil je dit shirt hebben?
- Wil je dit overhemd hebben?

- Хочешь эту рубашку?
- Хотите эту рубашку?

- Tom draagt ​​een oranje shirt.
- Tom draagt een oranje overhemd.

На Томе оранжевая рубашка.

- Ik heb een groen shirt.
- Ik heb een groen overhemd.

У меня есть зелёная рубашка.

- Zijn hemd maakt hem dik.
- Zijn overhemd maakt hem dik.

Рубашка его обтягивает.

- Mijn shirt is niet bruin.
- Mijn overhemd is niet bruin.

У меня не коричневая рубашка.

Ik denk niet dat dit overhemd bij die rode stropdas past.

По-моему, эта рубашка не подходит к красному галстуку.

- Ik heb een schoon shirt nodig.
- Ik heb een schoon overhemd nodig.

Мне нужна чистая рубашка.

- Ik vind dat paarse shirt leuk.
- Ik vind dat paarse overhemd leuk.

- Мне нравится та пурпурная рубашка.
- Мне нравится эта фиолетовая рубашка.

- Mijn shirt is oranje.
- Mijn hemd is oranje.
- Mijn overhemd is oranje.

Моя рубашка оранжевая.

Tom probeerde een overhemd aan dat hij leuk vond, maar het was te klein.

- Том померил рубашку, которая ему понравилась, но она оказалась мала.
- Том померил понравившуюся ему рубашку, но она оказалась мала.

- Tom trok zijn shirt uit.
- Tom trok zijn hemd uit.
- Tom trok zijn overhemd uit.

Том снял рубашку.

- Zij heeft mij een shirt gegeven.
- Ze heeft me een hemd gegeven.
- Ze heeft me een overhemd gegeven.

- Она дала мне рубашку.
- Она подарила мне рубашку.

- Toms shirt was doorweekt van het zweet.
- Toms shirt was drijfnat van het zweet.
- Toms overhemd was doorweekt van het zweet.

Рубашка Тома насквозь промокла от пота.

- Ik draag vaak een blauwe spijkerbroek en een blauw shirt.
- Ik draag vaak blauwe jeans en een blauw shirt.
- Ik heb vaak een blauwe spijkerbroek en een blauw overhemd aan.

- Я часто ношу джинсы и синюю рубашку.
- Я часто хожу в джинсах и синей рубашке.