Translation of "Gereisd" in Portuguese

Vele hebben kilometers gereisd.

Muitos percorreram quilómetros.

- Heeft u al eens met een vliegtuig gereisd?
- Heb je al eens met het vliegtuig gereisd?

- Você já viajou de avião?
- Vocês já viajaram de avião?

Ik ben afgelopen zomer naar Italië gereisd.

- Viajei para a Itália no verão passado.
- Eu viajei para a Itália no verão passado.

Heb je al eens met het vliegtuig gereisd?

- Você já viajou de avião?
- Vocês já viajaram de avião?

- Wanneer ben je naar Rome gereisd?
- Wanneer reisde je naar Rome?

- Quando você viajou para Roma?
- Quando vocês viajaram para Roma?

Geloof je nou echt dat die machine in de tijd heeft gereisd?

Você acredita mesmo que essa máquina tenha viajado no tempo?

- Ze reisden samen.
- Ze zijn samen op reis gegaan.
- Ze hebben samen gereisd.

- Eles viajaram juntos.
- Elas viajaram juntas.

- We reisden samen.
- We zijn samen op reis gegaan.
- We hebben samen gereisd.

Viajamos juntos.