Translation of "April" in Portuguese

0.009 sec.

Examples of using "April" in a sentence and their portuguese translations:

Het is één april.

É primeiro de abril.

De school begint op tien april.

A escola começa em 10 de abril.

Apr. is een afkorting voor april.

Abr. é a abreviação para abril.

Op 1 april verloor Alva zijn bril.

No dia primeiro de abril Alva perdeu seus óculos.

April is de vierde maand van het jaar.

Abril é o quarto mês do ano.

In Japan begint het nieuwe schooljaar in april.

O novo ano escolar começa em abril no Japão.

In Japan begint het nieuwe semester in april.

No Japão, o novo semestre começa em abril.

Het nieuwe semester begint in april in Japan.

No Japão, o novo semestre começa em abril.

Ik ben in april in New Orleans voor de bruiloft van mijn nicht.

Eu vou estar em Nova Orleans em abril, para o casamento de minha prima.

Op 21 april wordt de bekendste piloot van Duitsland, Manfred von Richthofen, de 'Rode Baron'

Op iedere 24 april herdenken wij de verjaardag van de eerste volkerenmoord van de twintigste eeuw.

A todo 24 de abril comemora-se o aniversário do primeiro genocídio do século XX.

De maanden van het jaar zijn: januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en december.

Os meses do ano são: janeiro, fevereiro, março, abril, maio, junho, julho, agosto, setembro, outubro, novembro e dezembro.

Januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en december zijn de twaalf maanden van het jaar.

Janeiro, fevereiro, março, abril, maio, junho, julho, agosto, setembro, outubro, novembro e dezembro são os doze meses do ano.

Sinds april heeft Slovakije een kattencafé waar de gasten van koffie, thee en (glutenvrije) cake kunnen genieten in het bijzijn van katten.

Desde abril existem na Eslováquia gato-cafés, onde os fregueses podem saborear um café ou um chá, com bolo sem glúten, levando seus gatos.