Translation of "Rozen" in Polish

Ze kweekte rozen.

Ona hodowała róże.

De rozen ruiken lekker.

Róże pięknie pachną.

Geen rozen zonder doornen.

Nie ma róży bez kolców.

Ik vind rode rozen leuk.

Lubię czerwone róże.

- Ik houd van bloemen, zoals bijvoorbeeld rozen.
- Ik hou van bloemen, bijvoorbeeld rozen.

Lubię kwiaty, np. róże.

De blauwe rozen zijn erg mooi.

Niebieskie róże są bardzo piękne.

De rozen in de tuin staan in bloei.

Kwitną róże w ogrodzie.

- Het leven is geen zoete krentenbol.
- Het leven gaat niet altijd over rozen.
- Het leven is niet al rozengeur en maneschijn.
- Het leven is niet altijd zo mooi, iedereen heeft wel eens tegenvallers.
- Het leven heeft pieken en dalen.

Życie nie jest łatwe.