Examples of using "Betaalt" in a sentence and their polish translations:
Wie betaalt er?
Kto płaci?
En wie betaalt de prijs?
A kto płaci za to cenę?
Hij betaalt met een kredietkaart.
On płaci kartą.
- Tom betaalt. - Tom zal betalen.
Tom zapłaci.
U betaalt me erg goed.
Bardzo dobrze mi płacisz.
- Als je mij ijs koopt, dan zal ik je kussen. - Als je mij een ijsje koopt, dan geef ik je een kus. - Als je mij een ijsje betaalt, dan geef ik je een zoen.