Examples of using "Knoop" in a sentence and their japanese translations:
Ik knoop de takken...
...aan elkaar.
絡(から)み合わせるよ
この枝をね
- Ze naaide een knoop op haar jas vast. - Ze heeft een knoop op haar jas vastgenaaid.
彼女は上着にボタンを縫い付けた。
- Tom naaide de knoop weer op zijn shirt vast. - Tom heeft de knoop weer op zijn shirt vastgenaaid. - Tom heeft de knoop weer aan zijn overhemd genaaid. - Tom naaide de knoop weer aan zijn overhemd.
- トムはシャツのボタンを付け直した。 - トムはシャツのボタンを縫い直した。
Je hebt een knoop in je maag.
血の気が引いたよ
- Er valt bijna een knoop van je bloes af. - Uw hemdknoopje valt af.