Translation of "Gaf" in Japanese

Hij gaf op.

彼は降参した。

- Ze gaf hem een klok.
- Ze gaf hem een horloge.

彼女は彼に時計をやった。

- Ze gaf ons een cadeautje.
- Ze gaf ons een cadeau.

彼女は私たちにプレゼントをくれました。

- Hij gaf ieder een pen.
- Hij gaf iedereen een potlood.

彼は、彼らめいめいに鉛筆を与えた。

- Ze gaf hem een ​​cadeautje.
- Ze gaf hem een ​​cadeau.

彼女は彼にプレゼントをあげた。

Tot ik antwoord gaf.

こちらが回答するまでです

Eindelijk gaf hij toe.

ついに彼は折れた。

Hij gaf zich over.

彼は降参した。

- Zij gaf hen een paar appels.
- Zij gaf hen een paar appelen.

彼女は彼らにりんごをいくつか与えました。

- Ze gaf me een prachtig cadeau.
- Ze gaf me een prachtig cadeautje.

彼女は私に素晴らしい贈り物をくれた。

- Mijn oom gaf me een cadeau.
- Mijn oom gaf me een cadeautje.

- 叔父は私にプレゼントをくれた。
- おじは私にプレゼントをくれた。

Dat gaf me koude rillingen.

私の背筋が凍りました

gaf vorm aan mijn levenswerk.

今の私のライフワークがあるのです

Observeerde hem en gaf feedback.

彼の演奏を観察し 感想を述べました

De leraar gaf ons huiswerk.

先生は私たちに宿題を出した。

Tom gaf me een pen.

トムは私にペンをくれた。

De soldaat gaf me water.

- その兵士は、私に水をくれた。
- その兵士は私に水をくれた。

Die visie gaf me kippenvel.

その光景を見て私はぞっとした。

Ze gaf een vaag antwoord.

彼女はあいまいな返事をした。

Hij gaf me een voorbeeld.

彼は私に実例をあたえてくれた。

Hij gaf me een horloge.

彼は私に時計をくれた。

Hij gaf me een cadeau.

彼は私にプレゼントをくれた。

Hij gaf me dit boek.

彼は私にこの本をくれた。

Hij gaf mij een compliment.

彼は私にお世辞を言った。

Hij gaf alle hoop op.

- 彼はすべての望みを捨てた。
- 彼はすべての希望を捨てた。

Hij gaf haar een pop.

彼は、彼女に人形を贈った。

Ik gaf hem een oorvijg.

彼の顔をひっぱたいた。

De accu gaf het op.

電池がだめになっちゃった。

Ik gaf hem een boek.

- 私は彼に本を一冊やった。
- 私は彼に本を一冊あげた。

Hij gaf zijn ouders antwoord.

彼は両親に口答えした。

Ze gaf me een cadeautje.

- 彼女は私に贈り物をくれた。
- 彼女が僕にプレゼントをくれた。

Zij gaf ons een geschenk.

彼女は私たちにプレゼントをくれました。

Hij gaf hem een boek.

彼はその人に本をあげた。

Ze gaf hem een horloge.

彼女は彼に時計をやった。

Ik gaf hem wat advies.

私は彼に忠告した。

Ik gaf hem mijn adres.

私は彼に住所を教えた。

Tom gaf Mary een kerstcadeautje.

トムはメアリーにクリスマスプレゼントを贈った。

Ann gaf mij dit geschenk.

アンは私にこのプレゼントをくれた。

Hij gaf mij een knipoog.

彼は私にウインクした。

Hij gaf een vaag antwoord.

彼はあいまいな返事をした。

Ik gaf Maria een boek.

私はメアリーに本を上げた。

Sally gaf hem een ​​kerstcadeau.

サリーは彼にクリスマスプレゼントをあげた。

Ze gaf hem een oorvijg.

彼女は彼の顔に平手打ちを食らわせた。

Ze gaf hem zijn jas.

- 彼女は彼に彼のジャケットを手渡した。
- 彼女は彼に彼の上着を手渡した。

Tom gaf zijn fout toe.

- トムは間違いを認めた。
- トムは自分の間違いを認めた。

Hij gaf haar een boek.

- 彼は彼女に本をあげました。
- 彼はその人に本をあげた。
- 彼はその人に本を貰った。

Hij gaf ze zelf een naam toen hij ze elk een kogel gaf,

一人ずつ弾丸を撃ち込むにあたり 勝手に名づけたのです

- Hij gaf de hond een bot.
- Hij gaf een bot aan de hond.

彼は犬に骨をやった。

- Ze gaf geld.
- Zij gaf geld.
- Ze heeft geld gegeven.
- Zij heeft geld gegeven.

彼女はお金を与えた。

Tom gaf eindelijk het roken op.

トムはとうとうタバコをやめた。

Ze gaf me een charmerende glimlach.

彼女は私にすてきな微笑みを投げかけてくれた。

Hij gaf mij een aardig kerstcadeau.

彼は私にすてきなクリスマスの贈り物をくれた。

Hij gaf me een vaag antwoord.

彼は私にあいまいな返事をした。

Hij gaf de hond een bot.

彼は犬に骨をやった。

Hij gaf het project niet op.

彼はその計画をあきらめなかった。

Ik gaf mijn zus een woordenboek.

私は妹に辞書をあげた。

Ik gaf hem een gouden horloge.

私は彼に金時計を贈った。

Ze gaf melk aan de kat.

彼女はその猫に牛乳をやった。

Hij gaf me het geld terug.

彼がお金、返してくれたよ。

Mijn moeder gaf me een naaimachine.

母がミシンをくれた。

Ze gaf me plotseling een kus.

彼女は突然私にキスをした。

Mijn oom gaf me dit horloge.

おじはこの時計をくれた。

Mijn oom gaf hem een geschenk.

私のおじさんは、かれにプレゼントを与えた。

Ik gaf het aan mijn mama.

私はママにそれをあげた。

Ze gaf de deur een zetje.

彼女はドアをそっと押した。

Parijs gaf zich over in 1940.

パリは１９４０年に陥落した。

Ik gaf mijn broer een woordenboek.

私は弟に辞書をあげました。

Hij gaf hen eten en geld.

彼は彼らに食べ物と金を支給した。

Mijn broer gaf mij een broek.

お兄ちゃんが、ズボンをくれたんだ。

De verpleegster gaf me een injectie.

看護婦は私に注射した。

De grote-inslagtheorie gaf nog steeds problemen

巨大衝突理論には まだ問題があり

Het gaf me een vreemd soort vertrouwen.

‎自信が湧き上がった

De oude man gaf haar een popje.

その老人は彼女に小さい人形をあげました。

Ik gaf die arme jongen een kleinigheid.

僕はその貧乏な少年になけなしの金を与えた。

Ze gaf haar zitplaats aan een bejaarde.

彼女は老人に席を譲った。

Hij gaf het geld aan de verkoper.

彼は店員に金を渡した。