Translation of "Schoonmaken" in Italian

We moeten de keuken schoonmaken.

- Dobbiamo pulire la cucina.
- Noi dobbiamo pulire la cucina.

We moeten onze schoorsteen schoonmaken.

- Dobbiamo pulire il nostro camino.
- Abbiamo bisogno di pulire il nostro camino.

Ik zou die kamer moeten schoonmaken.

- Dovrei pulire la stanza.
- Dovrei pulire la camera.

We moeten dit meteen goed schoonmaken. De missie is voorbij.

Bisogna disinfettarlo per bene. La missione è finita.

- Ze waren aan het opruimen.
- Ze waren aan het schoonmaken.

- Facevano le pulizie.
- Loro facevano le pulizie.
- Stavano facendo le pulizie.
- Loro stavano facendo le pulizie.

- Ik moet onmiddellijk de badkamer kuisen.
- Ik moet onmiddellijk de badkamer schoonmaken.

Devo pulire il bagno adesso.

- Tom is het huis aan het schoonmaken.
- Tom maakt het huis schoon.

Tom sta pulendo la casa.