Translation of "Vis" in German

- Eet je vis?
- Eet u vis?
- Eten jullie vis?

- Esst ihr Fisch?
- Essen Sie Fisch?
- Isst du Fisch?

Vis, alsjeblieft.

Fisch, bitte.

Alweer vis?

Schon wieder Fisch?

- Het is geen vis.
- Dit is geen vis.

Das ist kein Fisch.

- Vis is goedkoop vandaag.
- Vis is vandaag goedkoop.

Fisch ist heute billig.

- Kun je vis bereiden?
- Kan je vis bereiden?

Kannst du Fisch zubereiten?

Vlees of vis?

Fleisch oder Fisch?

Vis moet zwemmen.

Fisch muss schwimmen.

Deze vis stinkt.

Dieser Fisch stinkt.

Vlees noch vis.

Weder Fisch noch Fleisch.

Vis is duur.

Fisch ist teuer.

De vis stinkt.

Der Fisch stinkt.

Zeehonden eten vis.

Robben fressen Fische.

Is dat vis?

Ist das Fisch?

Ik eet vis.

Ich esse Fisch.

Zij eten vis.

Sie essen Fisch.

Zij aten vis.

Sie aßen Fisch.

Eet Tom vis?

Isst Tom Fisch?

- Hij houdt niet van vis.
- Hij lust geen vis.

Er mag keinen Fisch.

- De vis smaakte als zalm.
- De vis smaakte naar zalm.

Der Fisch schmeckte wie Lachs.

- Wij eten dikwijls rauwe vis.
- We eten dikwijls rauwe vis.

Wir essen oft rohen Fisch.

- Houd je niet van vis?
- Hou je niet van vis?

Magst du keinen Fisch?

Het ruikt naar vis.

Riecht nach Fisch.

Hou je van vis?

Magst du Fisch?

Een vis kan zwemmen.

Ein Fisch kann schwimmen.

Ik hou van vis.

- Ich mag Fisch gern.
- Ich esse gerne Fisch.

De vis zwemt stroomopwaarts.

Der Fisch schwimmt flussaufwärts.

Er is geen vis.

Es gibt keinen Fisch.

Dat is een vis.

Das ist ein Fisch.

Zij blikken vis in.

Sie legen Fisch in Dosen ein.

De vis was aangebrand.

Der Fisch war schwarz angebrannt.

Het is geen vis.

Das ist kein Fisch.

De vis was heerlijk.

Der Fisch war köstlich.

Deze vis is heerlijk.

Dieser Fisch ist köstlich.

Deze vis ruikt slecht.

Dieser Fisch riecht schlecht.

Deze vis is groot.

Dieser Fisch ist groß.

Mogen honden vis eten?

Ist es für Hunde ungefährlich, Fisch zu fressen?

De vis wil zwemmen.

Der Fisch will schwimmen.

Vis is goedkoop vandaag.

Fisch ist heute billig.

Ik eet geen vis.

Ich esse keinen Fisch.

Ik eet graag vis.

Ich esse gern Fisch.

Hij lust geen vis.

Er mag keinen Fisch.

- Heeft u ooit rauwe vis gegeten?
- Hebt u ooit rauwe vis gegeten?

Haben Sie schon mal rohen Fisch gegessen?

- De grote vis eet de kleine.
- De grote vis eet het kleintje.

Der große Fisch frisst den kleinen.

- De Grieken eten ook dikwijls vis.
- Ook de Grieken eten dikwijls vis.

Die Griechen essen auch oft Fisch.

Vis is voor de overlever...

Fisch ist für den Überlebenskünstler

Vis, vol eiwit, goede energie,

Fisch ist voller Protein, voller wichtiger Energie.

Verse vis, heel goed overleversvoedsel.

Frischer Fisch, tolle Überlebensnahrung.

Vis, vol eiwit, goede energie.

Fisch ist voller Proteine und guter Energie.

Ik ben allergisch voor vis.

- Ich bin allergisch gegen Fisch.
- Ich bin gegen Fisch allergisch.

Ik wil vlees noch vis.

Ich will weder Fleisch noch Fisch.

Ik heb gisteren vis gegeten.

- Ich habe gestern Fisch gegessen.
- Gestern habe ich Fisch gegessen.

Tom is allergisch voor vis.

Tom hat eine Fischallergie.

Een vis op het droge.

Ein Fisch auf dem Trockenen.

Tom heeft een vis gevangen.

- Tom hat einen Fisch gefangen.
- Tom fing einen Fisch.

Ze houdt niet van vis.

Sie mag keinen Fisch.

Ik heb een vis gevangen!

Ich habe einen Fisch gefangen!

Ik heb een vis gevangen.

Ich habe einen Fisch gefangen.

Ik heb één vis gevangen.

Ich habe einen einzigen Fisch gefangen.

De vis smaakte naar zalm.

Der Fisch schmeckte wie Lachs.

Hij heeft een vis gevangen.

Er hat einen Fisch gefangen.

Hoe kies ik verse vis uit?

Wie wähle ich einen frischen Fisch aus?

Katten hebben liever vis dan vlees.

Katzen mögen lieber Fisch als Fleisch.

Ik heb liever vlees dan vis.

Ich mag lieber Fleisch als Fisch.

Ik heb liever vis dan vlees.

- Ich mag Fisch lieber als Fleisch.
- Ich mag lieber Fisch als Fleisch.

Heb je ooit een vis gevangen?

Hast du schon einmal einen Fisch gefangen?

Deze vis is goedkoop, maar voedzaam.

Dieser Fisch ist nicht teuer, aber nahrhaft.