Translation of "Viool" in German

- Hebt ge een viool?
- Heeft u een viool?

Haben Sie eine Geige?

Ze speelde viool.

- Sie spielte auf der Violine.
- Sie spielte Geige.

Ik speel viool.

Ich spiele Geige.

Hebt ge een viool?

Hast du eine Geige?

Overigens, speelt gij viool?

- Übrigens, spielst du Violine?
- Spielst du eigentlich Geige?

Speel de viool alstublieft.

- Spiel bitte die Violine.
- Spiele bitte Violine.

Hij speelt goed viool.

Er spielt gut Geige.

Tom speelt nu de viool.

Tom spielt jetzt Geige.

Onze nieuwe buurman speelt viool.

Unser neuer Nachbar spielt Geige.

Viool, piano en harp zijn muziekinstrumenten.

Geige, Klavier und Harfe sind Musikinstrumente.

Ze oefent elke dag op de viool.

Sie übt jeden Tag Geige.

Hebt ge mijn zoon horen viool spelen?

Hast du meinen Sohn beim Geigespielen gehört?

Toen ik klein was speelde ik viool.

Ich habe als Kind Geige gespielt.

Heb je mijn zoon viool horen spelen?

Hast du meinen Sohn beim Geigespielen gehört?

Ik zal voor niemand de tweede viool spelen.

Ich werde für niemanden die zweite Geige spielen.

Is het waar, dat Midori zo goed viool speelt?

Stimmt es, dass Midori so gut Geige spielt?

- Als ik herboren zou zijn, zou ik viool willen leren spelen.
- Als ik opnieuw zou worden geboren, zou ik viool willen leren spelen.

Wenn ich wiedergeboren würde, wollte ich Geige lernen.

Volgende maand is het vijf jaar dat hij viool leert spelen.

Nächsten Monat sind es fünf Jahre, dass er Geige spielen lernt.

Wat is het verschil tussen een viool en een piano? Een piano brandt langer.

Was ist der Unterschied zwischen einer Geige und einem Klavier? Das Klavier brennt länger.