Translation of "Vertrek" in German

0.019 sec.

Examples of using "Vertrek" in a sentence and their german translations:

Vertrek morgen.

Reisen Sie morgen ab.

Ik vertrek zondag.

Am Sonntag werde ich abreisen.

Wanneer vertrek je?

- Wann gehst du los?
- Um wie viel Uhr gehst du los?
- Wann brichst du auf?

Ik vertrek overmorgen.

Ich fahre übermorgen wieder ab.

Ik vertrek volgende week.

Ich gehe nächste Woche weg.

Wanneer vertrek je hier?

Wann wirst du hier abreisen?

Hoe laat vertrek je?

- Um wie viel Uhr gehst du los?
- Um wie viel Uhr geht ihr los?

Ik vertrek morgen naar Canada.

Ich reise morgen nach Kanada ab.

Ik vertrek naar Parijs morgen.

Ich breche morgen nach Paris auf.

Ik vertrek over drie dagen.

Ich reise in drei Tagen ab.

Ik vertrek over een minuut.

Ich werde in einer Minute gehen.

Ik vertrek niet zonder jou.

Ohne dich fahre ich nicht weg.

Volgende maand vertrek ik naar Australië.

Ich fahre nächsten Monat nach Australien.

- Wanneer vertrekt ge?
- Wanneer vertrek je?

- Wann gehst du los?
- Wann brichst du auf?
- Wann geht ihr los?
- Wann gehen Sie los?

- Ga!
- Begin!
- Ga maar.
- Vertrek maar.

Fangt an.

Vertrek niet te laat wegens mij.

Geh meinetwegen nicht zu spät fort.

Hij besloot zijn vertrek uit te stellen.

Er entschloss sich, seine Abreise zu verschieben.

Roken is in dit vertrek niet toegestaan.

Rauchen ist in diesem Raum nicht erlaubt.

Hij heeft zijn vertrek uitgesteld tot morgen.

Er hat seine Abreise auf morgen verschoben.

Zelfs als het regent: morgen vertrek ik.

Selbst wenn es regnen sollte, werde ich morgen aufbrechen.

Ik moet mij scheren voor mijn vertrek.

Ich muss mich unbedingt noch rasieren, bevor ich gehe.

We stelden ons vertrek uit vanwege de storm.

Wir schoben unsere Abreise wegen des Sturmes auf.

Ik wil je nog zien voor ik naar Europa vertrek.

Ich möchte dich noch sehen, ehe ich mich nach Europa aufmache.

Hij kwam mij bezoeken drie dagen voor zijn vertrek naar Afrika.

- Er ist mich drei Tage vor seiner Abreise nach Afrika besuchen gekommen.
- Er besuchte mich drei Tage, bevor er nach Afrika ging.

Ik vertrek volgende week naar Vancouver om mijn zus te zien.

Ich fahre nächste Woche nach Vancouver, um meine Schwester zu besuchen.

- Ik vertrek voor een aantal dagen.
- Ik verlaat de stad voor een paar dagen.

Ich verlasse für ein paar Tage die Stadt.

- Ik ga over drie weken op vakantie.
- Ik vertrek over drie weken op vakantie.

In drei Wochen fahre ich in Urlaub.

Daarna vertrek ik, maar dan realiseer ik me dat ik m'n rugzak bij hen thuis heb laten liggen.

Danach gehe ich, aber dann merke ich, dass ich meinen Rucksack vergessen habe.

De kaalkop met de zonnebril zei "Neem uw valiezen en vertrek!" Dat moest hij mij geen twee keer zeggen.

„Nehmen Sie Ihre Koffer und verschwinden Sie! “, sagte der sonnenbebrillte Glatzkopf. Das ließ ich mir nicht zweimal sagen.

- Ga je gang.
- Ga!
- Ga je gang!
- Ga maar.
- Ga jij maar.
- Aan de slag.
- Vertrek maar.
- Gaat uw gang.

- Nur zu.
- Leg los.

- Daarna vertrek ik, maar dan realiseer ik me dat ik m'n rugzak bij hen thuis heb laten liggen.
- Daarna ging ik daar weg, maar ik kwam erachter dat ik mijn tas vergeten was.

Danach gehe ich, aber dann merke ich, dass ich meinen Rucksack vergessen habe.