Translation of "Laarzen" in German

Draagt Tom laarzen?

Trägt Tom Stiefel?

- Ze deden hun laarzen uit.
- Ze trokken hun laarzen uit.

Sie zogen ihre Stiefel aus.

Waar zijn mijn laarzen?

Wo sind meine Stiefel?

Ze droeg hoge laarzen.

- Sie trug hohe Stiefel.
- Sie trug lange Stiefel.
- Sie hatte hohe Stiefel an.

Ze heeft grote laarzen.

Sie hat große Stiefel.

Deze laarzen zijn duur.

Diese Stiefel sind teuer.

Mijn laarzen waren modderig.

Meine Stiefel waren schmutzig.

Mijn laarzen zijn modderig.

Meine Stiefel sind schmutzig.

Ik kocht een paar laarzen.

- Ich kaufte ein Paar Stiefel.
- Ich habe mir ein Paar Stiefel gekauft.

Deze laarzen komen uit Australië.

Diese Stiefel sind aus Australien.

Deze laarzen zijn van mij.

Diese Stiefel sind von mir.

Ik heb mijn laarzen nodig.

Ich brauche meine Stiefel.

Hij schraapte de modder van zijn laarzen.

Er kratzte den Dreck von seinen Stiefeln.

Waar kan ik een paar laarzen vinden?

Wo kann ich ein Paar Stiefel finden?

Deze laarzen zijn moeilijk om in te lopen.

In diesen Stiefeln läuft sich’s nicht gut.

"Van wie zijn deze laarzen?" "Ze zijn van Lidya."

- „Von wem sind diese Stiefel?“ — „Sie sind von Lidya.“
- „Wem gehören diese Stiefel?“ — „Sie gehören Lidya.“
- „Wessen Stiefel sind das?“ — „Das sind die von Lidya.“

We hebben de laarzen in groen, blauw en geel.

Wir haben die Stiefel in Grün, Blau und Gelb.

Mijn nieuwe laarzen zijn van echt leer en hebben nogal hoge hakken.

Meine neuen Stiefel sind echt Leder und haben ziemlich hohe Absätze.