Translation of "Buurvrouw" in German

Zij is onze buurvrouw.

Sie ist unsere Nachbarin.

Dat is onze buurvrouw.

Das ist unsere Nachbarin.

U bent mijn buurvrouw.

- Sie sind meine Nachbarin.
- Sie ist meine Nachbarin.

Ik heb een Italiaanse buurvrouw.

Ich habe eine italienische Nachbarin.

We hebben een nieuwe buurvrouw.

Wir haben eine neue Nachbarin.

De hond van mijn buurvrouw blaft.

Der Hund meiner Nachbarin bellt.

- Je bent mijn buurman.
- Je bent mijn buurvrouw.
- U bent mijn buurman.
- U bent mijn buurvrouw.

- Sie sind mein Nachbar.
- Du bist mein Nachbar.
- Du bist meine Nachbarin.
- Sie sind meine Nachbarin.

- Dat is onze buurvrouw.
- Dat is onze buurman.

- Das ist unsere Nachbarin.
- Das ist unser Nachbar.

- Ik heb een homoseksuele buurman.
- Ik heb een homoseksuele buurvrouw.

Ich habe einen schwulen Nachbarn.

- Ik heb een Italiaanse buurman.
- Ik heb een Italiaanse buurvrouw.

- Ich habe einen italienischen Nachbarn.
- Ich habe eine italienische Nachbarin.
- Meine Nachbarin ist Italienerin.
- Mein Nachbar ist Italiener.

- We hebben een nieuwe buurman.
- We hebben een nieuwe buurvrouw.

- Wir haben einen neuen Nachbarn.
- Wir haben eine neue Nachbarin.

- De hond van mijn buurman blaft.
- De hond van mijn buurvrouw blaft.

- Der Hund meiner Nachbarin bellt.
- Der Hund meines Nachbarn bellt.

- Onze buurvrouw heeft een rib gebroken.
- Onze buur heeft een rib gebroken.
- Onze buurman heeft een rib gebroken.

Unser Nachbar hat sich eine Rippe gebrochen.

- De buurman heeft ons gevraagd de muziek zachter te zetten.
- De buurvrouw heeft ons gevraagd de muziek zachter te zetten.

Der Nachbar bat uns, die Musik leiser zu stellen.