Translation of "Snoepjes" in French

0.004 sec.

Examples of using "Snoepjes" in a sentence and their french translations:

Hoeveel snoepjes heeft Tom gisteren gegeten?

Combien de bonbons a mangé Tom hier ?

- Ik heb aan elk kind drie snoepjes gegeven.
- Ik heb aan ieder kind drie snoepjes gegeven.

J'ai donné 3 bonbons à chaque enfant.

- Hij houdt van snoepjes.
- Hij houdt van snoep.
- Hij houdt van zoetigheden.

Il aime les sucreries.

- Ik hou van bonbons.
- Ik hou van snoepjes.
- Ik hou van snoep.

- J'aime les sucreries.
- J'aime les bonbons.

Wat een kinderen! Je stuurt ze weg om snoepjes, en ze komen terug met een hond!

Quels enfants ! On les envoie acheter des gourmandises et ils reviennent avec un chien !