Translation of "Vuurwapen" in English

0.008 sec.

Examples of using "Vuurwapen" in a sentence and their english translations:

- Op dat moment had ik geen vuurwapen.
- Toentertijd had ik geen vuurwapen.
- Destijds had ik geen vuurwapen.

I didn't have a gun at that time.

Van wie is het vuurwapen?

Who does the gun belong to?

Tom vertelde Maria dat hij een vuurwapen had.

Tom told Mary that he had a gun.

- Ik heb eigenlijk geen vuurwapen.
- Ik heb eigenlijk geen pistool.

I don't really have a gun.

In situaties als deze komt een vuurwapen aardig van pas.

In situations like these, a gun might come in handy.

Tom heeft zich in zijn voet geschoten terwijl hij zijn vuurwapen schoonmaakte.

Tom accidentally shot himself in the foot while cleaning his gun.

- Tom richtte zijn pistool op Mary.
- Tom richtte zijn vuurwapen op Mary.

Tom aimed his gun at Mary.

- Tom vertelde Maria dat hij een vuurwapen had.
- Tom vertelde Maria dat hij een geweer had.

Tom told Mary that he had a gun.

- Tom is van plan een pistool te kopen.
- Tom is van plan een vuurwapen te kopen.

- Tom is planning to buy a gun.
- Tom intends to buy a gun.

- Tom vertelde Maria dat hij een vuurwapen had.
- Tom vertelde Maria dat hij een pistool had.
- Tom vertelde Maria dat hij een geweer had.

Tom told Mary that he had a gun.