Translation of "Verkocht" in English

0.016 sec.

Examples of using "Verkocht" in a sentence and their english translations:

Verkocht!

Sold!

- Verkocht!
- Verrader!

Sold!

Je verkocht koelkasten.

You sold refrigerators.

- Tom heeft de armband verkocht.
- Tom verkocht de armband.

Tom sold the bracelet.

Zijn roman verkocht goed.

His novel sold well.

Het huis is verkocht.

The house has been sold.

Ik verkocht een boek.

I sold a book.

John verkocht vroeger boeken.

John used to sell books.

Analyn verkocht de koe.

Analyn sold the cow.

Batterijen worden apart verkocht.

Batteries are sold separately.

Ze verkocht een koelkast.

She sold a refrigerator.

Ik verkocht de auto.

I sold the car.

- Ik heb al mijn huizen verkocht.
- Ik verkocht al mijn huizen.

I sold all my houses.

- De potloden worden per dozijn verkocht.
- De potloden worden per twaalf verkocht.

- Pencils are sold by the dozen.
- The pencils are sold in dozens.

- Ik heb net mijn auto verkocht.
- Ik heb zojuist mijn auto verkocht.

I've just sold my car.

Ze worden voor veel verkocht.

[in Spanish] They sell at a high price.

Eieren worden per twaalf verkocht.

Eggs are sold by the dozen.

Tom heeft zijn huis verkocht.

Tom sold his house.

Benzine wordt per liter verkocht.

Gasoline is sold by the liter.

Ze hebben de tv verkocht.

They have sold the television.

Die heb ik niet verkocht.

I haven't sold that one.

Waarom heeft ze het verkocht?

Why did she sell it?

Dat heb ik net verkocht.

I just sold that.

Heeft hij zijn ziel verkocht?

Did he sell his soul?

- Alles is uitverkocht!
- Alles is verkocht.

All sold out!

Dit boek verkocht goed in Japan.

This book sold well in Japan.

Gisteren heb ik twee boeken verkocht.

Yesterday I sold two books.

De potloden worden per twaalf verkocht.

The pencils are sold in dozens.

Het schilderij zal niet worden verkocht.

The painting won't be sold.

Tom verkocht zijn auto aan Maria.

- Tom sold Mary his car.
- Tom sold his car to Mary.

Tom heeft vandaag drie koelkasten verkocht.

Tom sold three refrigerators today.

Waarom heeft ze haar auto verkocht?

Why did she sell her car?

De kiosk verkocht veel soorten koffie.

The kiosk sold many types of coffee.

Ik heb mijn oude gitaar verkocht.

I sold my old guitar.

Tom heeft onlangs zijn brommer verkocht.

Tom recently sold his moped.

Tom verkocht zijn huis in Boston.

Tom sold his house in Boston.

Ik heb het voor tien dollar verkocht.

I sold it for ten dollars.

Ik heb afgelopen donderdag mijn huis verkocht.

Last Thursday I sold my house.

Ik heb het voor 600 euro verkocht.

I sold it for 600 euros.

In deze winkel worden geen postzegels verkocht.

- Stamps are not sold in this store.
- Stamps aren't sold in this store.

Dan verkocht drugs voor een gevaarlijke drugdealer.

Dan sold drugs for a dangerous drug dealer.

Tom heeft zijn fiets op Craigslist verkocht.

Tom sold his bike on craigslist.

Aan wie heeft Tom zijn auto verkocht?

Who did Tom sell his car to?

Tom verkocht zijn oude klarinet aan Mary.

- Tom sold Mary his old clarinet.
- Tom sold his old clarinet to Mary.

- Er worden geen sterke dranken verkocht in deze winkel.
- Er wordt in die winkel geen sterkedrank verkocht.

Liquor is not sold at this store.

- Mijn moeder verkocht alles wat haar dierbaar was en duur.
- Mijn moeder verkocht alles wat haar dierbaar was.

My mother has sold everything that is dear to her.

Mijn moeder verkocht alles wat haar dierbaar was.

My mother has sold everything that is dear to her.

Waarom heb je in hemelsnaam je nieuwbouwhuis verkocht?

Why on earth did you sell your newly built house?

Er wordt in die winkel geen sterkedrank verkocht.

- Liquor is not sold at this store.
- Liquor isn't sold at this store.

"Waar is je jas, vader?" "Ik heb hem verkocht." "Waarom heb je je jas verkocht?" "Hij was te warm."

"Where's your coat, Father?" "I have sold it." "Why did you sell your coat?" "It was too warm."

Er worden geen sterke dranken verkocht in deze winkel.

Liquor is not sold at this store.

De verkoper verkocht het artikel voor een onredelijke prijs.

The salesman sold the article at an unreasonable price.

De beroemde auteur schreef nog een goed verkocht boek.

The famous author created another best-selling book.

Ik heb mijn boeken voor een redelijke prijs verkocht.

I sold my books at a reasonable price.

- Je verkocht koelkasten.
- Je was koelkasten aan het verkopen.

You were selling refrigerators.

In de Verenigde Staten wordt boter per pond verkocht.

Butter is sold by the pound in the USA.

- Ze hebben hun huizen verkocht.
- Ze verkochtten hun huizen.

They sold their houses.

Tom wilde niet dat ik mijn oude vrachtwagen verkocht.

Tom didn't want me to sell my old truck.

Een common kan niet worden verkocht, kan niet worden weggegeven,

A common can't be sold, it can't be given away,