Examples of using "Thuiskomen" in a sentence and their english translations:
Mijn vader zal om zeven uur thuiskomen.
My father will come home at seven.
Mocht ik laat thuiskomen, wacht dan niet op me.
If I should be late getting home, please don't wait up for me.
- Je kunt wachten tot de koeien thuiskomen! - U kunt wachten tot de koeien thuiskomen! - Jullie kunnen wachten tot de koeien thuiskomen! - Je kunt daarop wachten tot sint-juttemis! - U kunt daarop wachten tot sint-juttemis! - Jullie kunnen daarop wachten tot sint-juttemis!