Translation of "Politieagent" in English

- Hij is politieagent geworden.
- Hij werd politieagent.

He became a policeman.

Ik ben politieagent.

- I'm a policeman.
- I am a policeman.

Tom werd politieagent.

Tom became a police officer.

Hij is politieagent.

He's a police officer.

Er is een politieagent.

There's a police officer.

John is politieagent geworden.

John became a policeman.

Ben je een politieagent?

Are you a policeman?

De politieagent was dronken.

The policeman was drunk.

De man is politieagent.

The man is a policeman.

Zijn vader is politieagent.

Her father is a policeman.

De politieagent bestuurt de auto.

The policeman is driving the car.

De politieagent draagt een gasmasker.

The policeman is wearing a gas mask.

Vraag het aan de politieagent.

Ask the policeman.

De politieagent bezocht alle huizen.

The policeman visited all the houses.

Hij ontsnapte, verkleed als politieagent.

He got away disguised as a policeman.

Tom verkleedde zich als politieagent.

Tom disguised himself as a policeman.

- De politieagent heeft in de lucht geschoten.
- De politieagent schoot in de lucht.

The policeman shot into the air.

De politieagent maande hem te stoppen.

The policeman signaled him to stop.

Vraag de weg aan de politieagent.

Ask the policeman the way.

Er is een politieagent aan de deur.

There's a policeman at the door.

De politieagent werd geconfronteerd met de boze menigte.

The policeman was confronted by the angry mob.

- Haar vader is politieman.
- Zijn vader is politieagent.

Her father is a policeman.

De politieagent richtte zijn pistool op de man.

The policeman aimed his gun at the man.

De politieagent moet zeggen "Zo luidt de wet."

- The policeman must say, "It's the law."
- The policeman must say, "It is the law."

De politieagent legde een vel papier voor hem neer.

The police officer put a piece of paper in front of him.

De politieagent gaf me een teken om te stoppen.

The policeman signaled me to stop.

De politieagent haalde de twee vechtende mannen uit elkaar.

The policeman separated the two men who were fighting.

De politieagent scheen met zijn zaklantaarn in het huis.

The policeman shone his flashlight into the house.

Vraag aan de politieagent waar het Sint-Jakobsplein is.

Ask the policeman where St. James Square is.

Wat ga je met het geld doen, vroeg de politieagent.

"What are you going to do with the money?", asked the policeman.

De dief zette het op een lopen wanneer de politieagent hem zag.

- The thief took flight when the policeman saw him.
- The robber ran away when the policeman saw him.

- Ik ben van de politie.
- Ik ben politieman.
- Ik ben een flik.
- Ik ben politieagent.

- I'm a policeman.
- I am a policeman.

Haar verhaal was bevestigd door een verslaggever, die had uitgevonden dat de politieagent aan het liegen was.

Her story was vindicated by a reporter, who found that the police officer had been lying.