Translation of "Dronken" in English

0.010 sec.

Examples of using "Dronken" in a sentence and their english translations:

- Je bent dronken.
- U bent dronken.
- Jullie zijn dronken.

- You are drunk!
- You're drunk.

Ze dronken.

They were drinking.

Blijf dronken!

Stay drunk!

Hij is dronken.

- He is drunk.
- He's drunk.

Ik ben dronken.

- I'm drunk.
- I'm sloshed.
- I'm pissed.
- I'm tipsy.
- I'm intoxicated.

Tom is dronken.

Tom is intoxicated.

We dronken veel.

We drank a lot.

Je bent dronken.

- You're drunk.
- You're hammered.
- You're plastered.
- You're sloshed.

Je bent dronken!

You are drunk!

Tom was dronken.

- Tom was plastered.
- Tom was drunk.
- Tom was intoxicated.

We dronken bier.

We drank beer.

Zij dronken koffie.

They drank coffee.

Zij dronken smoothies.

They drank smoothies.

Is Tom dronken?

Is Tom drunk?

Ik was dronken.

I was drunk.

Jullie zijn dronken.

You're drunk.

Bent u dronken?

Are you drunk?

- Tom was dronken en boos.
- Tom was dronken en kwaad.

Tom was drunk and angry.

We zijn heel dronken.

We're quite drunk.

We dronken veel alcohol.

We drank a lot of alcohol.

Man, jij bent dronken.

Man, you're drunk.

Laten we dronken worden.

Let's get drunk.

De politieagent was dronken.

The policeman was drunk.

Ik was te dronken.

- I was too drunk.
- I was very drunk.

We dronken een beetje.

We drank a little.

We dronken wat wijn.

We drank some wine.

Tom was niet dronken.

Tom wasn't drunk.

Hij werd erg dronken.

He got very drunk.

Tom werd erg dronken.

- Tom got very drunk.
- Tom became very drunk.

We dronken veel koffie.

We drank a lot of coffee.

Hij is altijd dronken!

He is always drunk!

Tom is altijd dronken.

Tom is always drunk.

Die man is dronken.

This man is drunk.

- Tom leek nogal dronken.
- Tom scheen een beetje dronken te zijn.

Tom seemed to be a little drunk.

Ben je dronken of zo?

- Are you drunk?
- Are you high?
- Are you drunk or something?

Dronken mensen zijn zo onderhoudend.

Drunk people are so entertaining.

Hij is een beetje dronken.

- He is a little high.
- He's a bit drunk.

Hij was een beetje dronken.

He was more or less drunk.

Ze is een beetje dronken.

She's a bit drunk.

Ik ben een beetje dronken.

- I am a bit drunk.
- I'm a bit drunk.

Tom kwam gisteravond dronken thuis.

Tom came home drunk last night.

Hij werd dronken en spraakzaam.

He got drunk and became talkative.

Tom en Maria zijn dronken.

Tom and Mary are drunk.

Zijn jullie nu al dronken?

Are you already drunk?

Tom was niet heel dronken.

Tom wasn't very drunk.

Ik ben heel dronken nu.

I'm pretty drunk right now.

- Je bent te dronken om te rijden.
- U bent te dronken om te rijden.
- Jullie zijn te dronken om te rijden.

You're too drunk to drive.

Hij was min of meer dronken.

He is more or less drunk.

Dronken rijden is een serieus probleem.

Drunk driving is a serious problem.