Translation of "Plant" in English

0.004 sec.

Examples of using "Plant" in a sentence and their english translations:

Plant bomen!

Plant trees!

Plant een boom.

Plant a tree.

Hij plant groenten.

He plants vegetables.

- Deze plant is eetbaar.
- Deze plant kan men eten.

This plant is edible.

Ze plant een reis.

She is contemplating a trip.

Deze plant is groen.

This plant is green.

Deze plant is eetbaar.

This plant is edible.

De plant heeft een ondergrondse steel.

The plant has an underground stem.

Ik plant bonen in mijn tuin.

- I am planting beans in my garden.
- I'm planting beans in my garden.

Ze plant rozen in de tuin.

She's in the garden planting roses.

Ik wil een plant aan mama geven.

- I want to give Mom a plant.
- I want to give mum a plant.

Plant deze zaden voordat de zomer begint.

Plant these seeds before summer sets in.

We hebben deze plant enkele weken lang nauwlettend geobserveerd.

We observed this plant closely for a few weeks.

Dit is een plant van het geslacht Schlumbergera truncata.

This is a plant of the species Schlumbergera truncata.

Sommigen schatten zelfs dat cannabis de eerste verbouwde plant was.

By some estimates, cannabis was the first cultivated plant.

Is de plant groter, beter en sterker dan ooit geworden.

the cannabis plant is bigger, better and stronger than ever.

Het is een plant die mensen volgt waar we ook gaan

It's a plant that follows human beings wherever we go

Als je een appelzaadje plant, kan er een boom uit groeien.

If you plant an apple seed, it might grow into a tree.

Bijwortels zijn wortels die niet op de gebruikelijke plaats op een plant voorkomen.

Adventitious roots are those which do not appear in the usual place on a plant.

- Bent u allergisch voor een één of andere plant?
- Ben je allergisch voor bepaalde planten?

Are you allergic to any plants?