Translation of "Morgen" in Chinese

0.014 sec.

Examples of using "Morgen" in a sentence and their chinese translations:

- Tot morgen.
- Tot morgen!

明天见。

Tot morgen.

明天見。

- Ik zie je morgen?
- Spreken we morgen af?
- Zie ik jullie morgen?
- Zie ik u morgen?
- Zien we elkaar morgen?

我们明天见面吗?

- Ben je morgen vrij?
- Bent u morgen vrij?
- Zijn jullie morgen vrij?

你明天有空吗?

- Jij gaat morgen voetbal spelen.
- Je gaat morgen voetballen.
- Morgen ga je voetballen.

你明天会踢足球。

- Het zal morgen sneeuwen.
- Het gaat morgen sneeuwen.

明天要下雪。

Bel me morgen.

明天打电话给我。

Ik vertrek morgen.

我明天就会离开。

Komt hij morgen?

他明天会来吗?

- Morgen is haar verjaardag.
- Morgen is het haar verjaardag.

明天是她的生日。

- Ik zal je morgen bellen.
- Ik bel je morgen.

明天我給你打電話。

- Morgen ben ik er niet.
- Morgen zal ik afwezig zijn.

明天休息。

De school begint morgen.

明天就开学了。

Morgen ben ik jarig.

明天是我生日。

Gaat het morgen regenen?

明天会下雨吗?

Morgen is het zondag.

明天是星期天。

Tot morgen op school.

明天在學校見。

We gaan morgen vertrekken.

我們明天要離開。

Ga je morgen uit?

你明天出去吗?

Ik kan morgen komen.

我明天能来。

Morgen gaat het sneeuwen.

明天要下雪。

Ben je hier morgen?

你明天在这里吗?

Is het morgen zaterdag?

明天是星期六吗?

Morgen is het Kerstmis.

明天是圣诞节。

Ik heb morgen les.

我明天有课。

Morgen is hun huwelijk.

他們明天舉行婚禮。

Morgen zal het sneeuwen.

明天要下雪。

Tot morgen op kantoor.

明天在办公室见。

Kom je morgen terug?

您明天回来吗?

Kan je morgen komen?

你明天能来吗?

Morgen hebben we gasten.

我們明天會有客人。

Morgen is het Moederdag.

明天是母親節。

Morgen is de voetbalwedstrijd.

明天有足球比賽。

Misschien komt ze morgen.

也許她明天會來。

Ga je morgen vertrekken?

你明天出去吗?

Morgen gaat het regenen.

明天會下雨。

- Chris zal morgen niet kunnen werken.
- Chris kan morgen niet werken.

Chris明天没法工作。

- Iedere morgen leest hij de krant.
- Iedere morgen leest ze de krant.

他每天早晨读报。

- Tot morgen in de bibliotheek.
- Ik zie je morgen in de bibliotheek.

明天图书馆见。

Je gaat morgen naar school.

你明天去學校。

De vergadering zal morgen plaatshebben.

會議將於明天舉行。

Morgen is mijn vrije dag.

明天是我的休息日。

Misschien gaat het regenen morgen.

也許明天會下雨。

Het zal waarschijnlijk regenen morgen.

明天有可能會下雨。

De ceremonie zal morgen plaatsvinden.

明天举行典礼。

We hebben morgen een tentamen.

我们明天有个测验。

Ik zie morgen mijn oom.

我明天要去看我叔叔。

Ik ga morgen naar Hokkaido.

我明天要去北海道。

Hebt ge ontbeten deze morgen?

你今早有沒有吃早餐?

Morgen is de conferentie afgelopen.

会议明天就结束了。

Ik zal je morgen bellen.

明天我給你打電話。

Ik scheer me elke morgen.

- 我每天早上刮胡子。
- 我每天早上刮鬍子。

We hebben morgen geen school.

我們明天不用上學。

We gaan morgen hier vergaderen.

明天我们在这儿有个会议。

Hij zal morgen thuis zijn.

他明天会在家。

Maria gaat ons morgen helpen.

- 瑪麗明天會幫我們。
- 玛丽明天会来帮我们。

Hij gaat morgen honkbal spelen.

他明天將打棒球。

Hun huwelijk vindt morgen plaats.

他们的婚礼将在明天举行。

Ik vertrek morgen naar Canada.

我明天要離開去加拿大。

Goede morgen dames en heren!

先生女士们早上好。

Wat wil je morgen doen?

明天您想作什么?

Morgen ga ik naar Parijs.

明天我去巴黎。

Misschien kan hij morgen komen.

他也許明天能來。

Het kan morgen gaan regenen.

明天可能会下雨。

Ik zal hem morgen bezoeken.

明天我將拜訪他。

Morgen ben ik er niet.

明天休息。

Ik zal je morgen bezoeken.

我明天去拜訪你。

Tom gaat daar morgen naartoe.

湯姆明天會去那裡。