Translation of "Gewonnen" in English

0.023 sec.

Examples of using "Gewonnen" in a sentence and their english translations:

- Je hebt gewonnen!
- U heeft gewonnen!
- Jullie hebben gewonnen!

- You've won!
- You've won.
- You win!

- U heeft gewonnen!
- Jullie hebben gewonnen!

- You've won!
- You've won.
- You have won.

- Je hebt gewonnen.
- Jullie hebben gewonnen.

- You've won.
- You have won.

- Jullie hebben gewonnen.
- U heeft gewonnen.

You win.

Heb ik gewonnen?

Did I win?

Ik heb gewonnen!

I won!

We hebben gewonnen!

We've won!

Heb je gewonnen?

Did you win?

Ik heb gewonnen.

- I have won.
- I won.

Jullie hebben gewonnen.

You won.

Je hebt gewonnen!

- You've won!
- You've won.

U heeft gewonnen!

- You've won!
- You won!

Heeft Tom gewonnen?

Did Tom win?

Wie heeft gewonnen?

Who won?

Hij heeft gewonnen.

He won.

- Jij wint!
- U wint!
- Jullie winnen!
- Je hebt gewonnen!
- U heeft gewonnen!
- Jullie hebben gewonnen!

- You've won!
- You win!

Zo gewonnen, zo geronnen.

- That which is easily acquired is easily lost.
- Easy come, easy go.
- Soon gotten soon spent.

Welke kant heeft gewonnen?

Which side won?

Vroeg begonnen, veel gewonnen.

The early bird catches the worm.

De populisten hebben gewonnen.

The populists won.

Tom heeft niet gewonnen.

Tom didn't win.

Heeft Tom echt gewonnen?

Did Tom really win?

Welk team heeft gewonnen?

Which team won?

Hij heeft waarschijnlijk gewonnen.

He probably won.

Ik heb uiteindelijk gewonnen.

I ended up winning.

Ik heb niet gewonnen.

I didn't win.

Ik was bijna gewonnen.

I almost won.

Heb je de trofee gewonnen?

Did you win the trophy?

Heb je de zaak gewonnen?

Did you win the case?

Hij heeft de loterij gewonnen.

He won the lottery.

Ons team heeft gisteren gewonnen.

- Our team won their match yesterday.
- Our team won yesterday.

- Maria won.
- Maria heeft gewonnen.

- Mary won.
- Mary has won.

Maria heeft de Nobelprijs gewonnen.

Mary won a Nobel prize.

We hebben de wedstrijd gewonnen.

- We won the contest!
- We won the contest.

We hebben het gevecht gewonnen.

We won the battle.

Ik heb de race gewonnen.

I've won the race.

Zij heeft een prijs gewonnen.

She won an award.

- Tom heeft gewonnen.
- Tom won.

Tom won.

Tom heeft de prijs gewonnen.

Tom won the prize.

Hoeveel geld heb je gewonnen?

How much money did you win?

Ze heeft de weddenschap gewonnen.

She won the bet.

Doe alsof u gewonnen hebt.

Pretend you've won.

We hebben de slag gewonnen.

We won the battle.

- Weet u waarom Tom niet heeft gewonnen?
- Weet je waarom Tom niet heeft gewonnen?

Do you know why Tom didn't win?

- Tom gelooft niet dat ik gewonnen heb.
- Tom gelooft niet dat ik heb gewonnen.

Tom doesn't believe I won.

Ons team heeft de wedstrijd gewonnen.

Our team won the game.

Welk team heeft de wedstrijd gewonnen?

Which team won the game?

Hij heeft de wedren gemakkelijk gewonnen.

He won the race with ease.

Ik heb de eerste prijs gewonnen.

- I've won first prize!
- I won the first prize.

Hij heeft een gouden medaille gewonnen.

He won a gold medal.

- Wie won er?
- Wie heeft gewonnen?

Who won?

Ik wil horen wie gewonnen heeft.

I want to hear who won.

Tom heeft het Eurovisie Songfestival gewonnen.

Tom won the Eurovision Song Contest.

Tom heeft een gratis auto gewonnen.

Tom won a free car.

Waarom heeft Tom vandaag niet gewonnen?

Why didn't Tom win today?

Heeft FC Groningen gewonnen of verloren?

Did FC Groningen win or lose?

Hebben je broers de wedstrijd gewonnen?

Have your brothers won the match?

Die bofkont heeft net de loterij gewonnen.

The lucky sod just won the lottery.

Nederland heeft het wereldkampioenschap van 2010 gewonnen.

- The Netherlands have won the 2010 World Cup.
- The Netherlands won the 2010 World Cup.