Translation of "Date" in English

Ik date niet.

I don't date.

Ik heb een date.

I have a date.

Ik heb geen date.

I don't have a date.

Het is een date.

It's a date.

Ik heb geen date nodig.

I don't need a date.

Dit woordenboek is up-to-date.

This dictionary is up to date.

Is het geweldig, plan dan 'n eerste date.

If it's awesome, you schedule a first date.

- Ik heb geen afspraakje.
- Ik heb geen date.

I don't have a date.

Ik heb een date met een meisje genaamd Mary.

I'm having a date with a girl named Mary.

- Ik ga nu met Tom uit.
- Ik date nu met Tom.

I'm dating Tom now.

- Jongens, waar hebben jullie het over? Gaan jullie mijn date stelen!?
- Waar hebben jullie het toch over, jongens? Zijn jullie van plan mijn date te pikken!?

Guys, what are you talking about? Are you gonna steal my date!?

- Is het een date?
- Is het een afspraak? Is het een afspraakje?

Is it a date?

- Dit woordenboek is bij de tijd.
- Dit woordenboek is up-to-date.

This dictionary is up to date.

"Ben je single?" "Technisch gezien wel, maar ik heb komende vrijdag een date."

"Are you single?" "Technically yes, but I got a date this Friday."

- Het spijt me, maar ik heb al een date.
- Sorry, maar ik heb al een afspraak.

I'm sorry, but I already have a date.

- Ik ga uit met Tom.
- Ik date met Tom.
- Ik ben met Tom aan het daten.

I'm dating Tom.

Ik wil een keer een date hebben in schooluniform nu ik nog op de middelbare school zit.

I'd like to go on a date wearing my school uniform while I'm still in high school.

- "Ben je single?" "Technisch gezien wel, maar ik heb komende vrijdag een date."
- "Ben je vrijgezel?" "Technisch gezien wel, maar ik heb komende vrijdag een afspraakje."

"Are you single?" "Technically yes, but I got a date this Friday."