Translation of "Broertje" in English

Welkom thuis, broertje!

Welcome home, little brother!

Hij is mijn broertje.

He's my younger brother.

John is mijn broertje.

John is my younger brother.

Mijn broertje kijkt tv.

- My little brother is watching TV.
- My younger brother is watching TV.

- Mijn broertje kijkt tv.
- Mijn broertje is tv aan het kijken.

My little brother is watching TV.

Mijn broertje vroeg om geld.

My little brother asked for some money.

Je gaat een broertje krijgen.

You will have a new brother.

Mijn broertje woont in Boston.

- My brother is living in Boston.
- My younger brother lives in Boston.

Tom is mijn kleine broertje.

Tom is my kid brother.

Zijn broertje ging eergisteren naar Shanghai.

His younger brother went to Shanghai the day before yesterday.

Mijn broertje is langer dan ik.

My younger brother is taller than me.

- Mijn broertje is tv aan het kijken.
- Mijn jongere broertje is televisie aan het kijken.

My little brother is watching TV.

- Mijn jonge broer kijkt tv.
- Mijn broertje kijkt tv.
- Mijn broertje is tv aan het kijken.

- My little brother is watching TV.
- My little brother is watching television.

Mijn jongere broertje is televisie aan het kijken.

My little brother is watching TV.

Mijn moeder kocht mijn broertje een gele paraplu.

My mother bought my little brother a yellow umbrella.

Ik wil een shirt voor mijn broertje kopen.

I want to buy a shirt for my little brother.

- John is mijn jongere broer.
- John is mijn broertje.

John is my younger brother.

In vergelijking met zijn broertje zag hij er jong uit.

He seemed young in comparison to his little brother.

- Mijn jonge broer kijkt tv.
- Mijn broertje kijkt tv.
- Mijn jongere broer kijkt televisie.

My little brother is watching TV.

Mijn broertje wou dat stripverhaal dat je onlangs aan mij hebt geleend lezen, dus ik zal het teruggeven nadat hij het uitgelezen heeft.

My little brother wanted to read that comic you lent me the other day, so I'll be returning it after he's done.