Translation of "ابن" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "ابن" in a sentence and their dutch translations:

"لكن أنا لدي ابن.

"Maar ik heb een zoon.

كل ابن آدم خطاّء

Iedereen maakt fouten.

جون ليس أخي ، بل ابن عمي.

John is niet mijn broer maar mijn neef.

في اليوم التالى امتطى ابن المزارع أحد الأحصنة البرية.

De volgende dag berijdt de zoon van de boer een van de wilde paarden

Hrolf على يد شخص يبدو أنه ابن عمه Hjörvard.

Hrolf wordt gedood door iemand die zijn neef Hjörvard lijkt te zijn geweest.

لويس غابرييل سوشيت في ليون ، وهو ابن تاجر حرير ثري.

Louis-Gabriel Suchet werd geboren in Lyon, de zoon van een welvarende zijdehandelaar.

تقول قصته الخاصة أنه كان ابن ملك سويدي ، وقتل تنينًا ...

Zijn eigen verhaal zegt dat hij de zoon was van een Zweedse koning en een draak versloeg ...

قام ابن عمه هجورفارد بهجوم فجر مفاجئ على قاعة الملك.

Zijn eigen neef Hjorvard deed een verrassingsaanval op de hal van de koning.

ميشيل ناي ابن كوبر من لورين ، وهي منطقة فرنسية ناطقة بالألمانية على

Michel Ney was de zoon van een kuiper uit Lorraine, een Duitstalig gebied van Frankrijk aan de