Examples of using "Pastayı" in a sentence and their dutch translations:
Kinderen houden veel van koeken.
Tom sneed de taart.
Ik hou van chocoladetaart.
Mijn moeder sneed de taart.
Wie heeft alle taarten opgegeten?
Ik weet niet wie de taart heeft gemaakt.
Verdeel de cake tussen jullie drieën.
Snij de cake met een mes.
Mag ik deze cake eten?
Ik zag mijn moeder de taart verstoppen.
Ik moet de cake even controleren.
We sneden de taart in tweeën.
- Tom sneed de cake in twee stukken.
- Tom sneed de taart in twee stukken.
Mijn moeder verdeelde de taart in acht stukken.
Mag ik deze cake eten?
Jij was het niet die de cake hebt gegeten die ik heb gemaakt, het was je zus.
Een taart in gelijke stukken snijden is nogal moeilijk.
We hebben meel, suiker en eieren nodig om deze taart te bakken.