Examples of using "Lâzım" in a sentence and their dutch translations:
Ik moet dit boek uitlezen.
Ik moet met jullie allebei praten.
- We zouden er moeten geraken als er niet te veel verkeer is.
- We zouden er moeten komen als er niet te veel verkeer is.
Ik heb een vertaler nodig.
Ik heb een auto nodig.
Ik moet dit boek vandaag terugbrengen naar de bibliotheek.
Ik moet dit boek vandaag terugbrengen naar de bibliotheek.