Examples of using "Işe" in a sentence and their dutch translations:
Ik moet naar het werk.
- Ik moet aan de slag.
- Ik moet naar het werk.
niet werkt.
Ik ga naar het werk.
Begin!
- Ik werd ingehuurd.
- Ik werd aangenomen.
Hij was op weg naar zijn werk.
Aan het werk nu!
Geen handen.
het niet helpt om het op zijn plek te drukken.
Dat gaat niet werken.
Je moet niet op de zaken vooruitlopen.
Werkt het?
Hypnose werkt.
Neemt u mensen aan?
- Het werkte bijna.
- Het heeft bijna gewerkt.
Ga terug aan het werk.
- Ze zijn nutteloos.
- Zij zijn nutteloos.
- Dat werkte.
- Dat had gewerkt.
Mijn plan werkte.
...gaan ze naar het werk.
Ben je gek!
Waarmee kan ik u van dienst zijn?
Zij loopt naar het werk.
- Het zal werken.
- Het zal functioneren.
Huilen heeft geen zin.
Ik ga met de fiets naar het werk.
Kom niet te laat op het werk!
De mannen gaan naar het werk.
Dit kan maar beter werken.
Ik moet naar het werk.
Het werkt misschien niet.
En het werkt niet.
Kijk, het werkt.
Zijn mening is waardeloos.
Ik ga iedere dag naar het werk.
Mijn vader gaat met de fiets naar zijn werk.
Ik heb een baan nodig.
Ik denk dat dat werkt.
Tom gaat met de trein naar zijn werk.
Toms strategie werkt.
Toms strategie werkt niet.
Dat had ook gewerkt.
Het werkte.
Bob raakte aan zwaar werk gewend.
- Het gaat misschien werken.
- Misschien werkt het.
Ze heeft me ingehuurd.
Ik heb geen baan nodig.
Italiaanse televisie is nutteloos.
Nu is het tijd om naar het werk te gaan.
Waar is wiskunde goed voor?
We weten dat dit niet gaat werken.
Ik ga met de fiets naar het werk.
Maar het werkt tenminste.
Een karkas is goed voor de overlever.
Oké, daar gaan we. Dat werkte.
Dit werkt niet. Ik heb 't nog steeds koud.
totdat ze dat niet deed,
en dan nog schiet het tekort.
En het werkt.
Paula werd voor een dringende zaak weggeroepen.
Elke soort papier is geschikt.
Ik heb nog niet besloten op welke functie ik zal solliciteren.
Dat zal niet werken.
Hij was verkouden, maar ging toch naar zijn werk.
Ik herinner mij het jaar waarin hij een betrekking bekwam.
Ik neem iedere dag de trein naar mijn werk.
Tom heeft bewezen dat het werkt.
Het zal niet werken.
Je moet zaterdag niet komen werken.
Ik zal erachter komen hoe het medicijn werkt.
Ik wist dat Tom niet deugde.
Vanaf morgen kunnen we samen naar het werk gaan.
Letterlijke vertalingen werken niet.
Het zal volgende keer werken.
Dat zal niet werken, geloof me.
Tom heeft nog werk nodig.
Dit medicijn werkt goed.
- Deze webstek is waardeloos.
- Deze website is waardeloos.
Wie zou mij willen aannemen?
- Wat vind jij hiervan?
- Wat vinden jullie hiervan?
- Wat vindt u hiervan?
- Maar hij had werk nodig.
- Maar hij had een job nodig.
Als je niet ziek bent, waarom ga je dan niet naar je werk?
Ik kan beter weer aan het werk gaan.
- Ik zei je toch dat het niet zou lukken.
- Ik heb je gezegd dat het niet zou werken.
- Gisteren ben ik gewoon niet naar mijn werk gegaaan.
- Ik wilde gewoon niet gaan werken gisteren.
Zal hun huwelijk werken?
Ik heb echt een baan nodig.
Ik heb een goede baan nodig.
Ik heb de slechtste baan van de wereld.