Translation of "Gitmeye" in Dutch

Gitmeye hazırım.

Ik ben klaar om te vertrekken.

Gitmeye korkuyorum.

Ik ben bang om te gaan.

Gitmeye hazırız.

We zijn klaar om te vertrekken.

Oraya gitmeye değmez.

Daarnaartoe gaan is nutteloos.

Gitmeye hazır mısın?

Ben je klaar?

Ben gitmeye hazırım.

Ik ben klaar om te vertrekken.

Ben gitmeye korkuyorum.

Ik ben bang om te gaan.

Yarın gitmeye hazırlanıyorum.

Ik ben me aan het voorbereiden om morgen te vertrekken.

Trenle gitmeye karar verdim.

Ik besloten er met de trein naartoe te gaan.

Doğru gitmeye devam et.

Blijf rechtdoor gaan.

O sizinle gitmeye isteklidir.

Hij zou dolgraag met u meegaan.

Tom dişçiye gitmeye korkuyor.

Tom is bang om naar de tandarts te gaan.

Tom gitmeye hazır görünüyor.

- Tom lijkt klaar te zijn om te gaan.
- Tom schijnt klaar te zijn om te vertrekken.

Alışverişe gitmeye ihtiyacımız var.

We moeten inkopen doen.

O, eve gitmeye istekli.

Ze wilde graag naar huis.

- O, yurt dışına gitmeye karar verdi.
- O, yurtdışına gitmeye karar verdi.

Hij besloot naar het buitenland te gaan.

Oraya yalnız gitmeye karar verdi.

- Hij heeft voor zichzelf beslist dat hij daar alleen heen zou gaan.
- Hij heeft beslist om daar alleen heen te gaan.
- Hij besloot om daar alleen heen te gaan.
- Hij heeft voor zichzelf beslist dat hij daar alleen naartoe zou gaan.
- Hij heeft beslist om daar alleen naartoe te gaan.

Tatil sezonunda eve gitmeye çalışacağım.

Ik zal proberen thuis te komen tijdens het vakantieseizoen.

Tom Boston'a gitmeye karar verdi.

Tom besloot naar Boston te gaan.

Gitmeye niyet ettim fakat unuttum.

- Ik was van plan om te gaan, maar ben het vergeten.
- Ik wilde gaan, maar vergat het.

Noel için eve gitmeye çalışacağım.

Ik zal proberen thuis te komen voor Kerstmis.

Gitmeye hazır olduğunda beni ara.

- Bel me als je klaar bent om te gaan.
- Bel me als u klaar bent om te gaan.
- Bel me als jullie klaar zijn om te gaan.

Tom gitmeye hevesli, değil mi?

Tom is gretig om te vertrekken, nietwaar?

Tom yürüyerek gitmeye karar verdi.

Tom heeft besloten om te voet te gaan.

- Eski elbiselerle gitmeye utandım.
- Eski elbiselerle gitmeye utanıyordum.
- Eski elbiselerle dışarı çıkmaya utandım.

- Ik schaamde me om in oude kleren uit te gaan.
- Ik was beschaamd om in oude kleren uit te gaan.

gitmeye çalışıyorum" diyen bir bayrağı var.

"Ik probeer naar dit kruispunt in Manhattan te raken."

Trenle gitmeyi, uçakla gitmeye tercih ederim.

- Ik reis liever met de trein dan met het vliegtuig.
- Ik reis liever per trein dan per vliegtuig.

Kendisi oraya yalnız gitmeye karar verdi.

Hij heeft voor zichzelf beslist dat hij daar alleen heen zou gaan.

Korkarım ki işler kötüye gitmeye başlayacak.

- Ik ben bang dat de dingen verkeerd zullen uitdraaien.
- Ik ben bang dat dingen slechter zullen gaan.

Tek başıma gitmeye korktuğumu itiraf ediyorum.

Ik geef toe dat ik bang ben om alleen te gaan.

Tamam, o yöne doğru gitmeye devam edeceğiz.

We blijven doorlopen... ...in die richting.

- Gitmeye hazır mısın?
- Gitmek için hazır mısın?

Ben je gereed om te gaan?

Tom'un tek başına oraya gitmeye niyeti yoktu.

Tom was niet van plan daar alleen heen te gaan.

Bu akşam yemek için dışarı gitmeye ne dersiniz?

Wat dacht je ervan om vanavond uit eten te gaan?

Biz aslında yarın plaja gitmeye niyetliydik ama yağmur bekleniyor.

We waren eigenlijk van plan morgen naar het strand te gaan, maar er is regen voorspeld.

Bu mezgitleri kuzeye gitmeye ve daha soğuk bölgeleri aramak için

Het is misschien een van de krachten die de koolvis naar het noorden drijft,

Sağa gitmeye karar verirsek parlak güneşin altına çıkma riskine gireriz.

Of we besluiten naar rechts te gaan... ...waar we blootgesteld worden aan de zon.

Ya da, çok kalabalık olmayan yerlere gitmeye çalışıyorum, ormanda yürümek gibi.

Of om naar heel onbewoonde plekken te gaan of in het bos te wandelen.

- Tom uyumak için geri gitmeye çalıştı.
- Tom tekrar uykuya dalmaya çalıştı.

Tom probeerde weer te gaan slapen.

- Ben işe gitmeliyim.
- İşe gitmeliyim.
- İşe gitmeye ihtiyacım var.
- İşe gitmem gerek.

- Ik moet aan de slag.
- Ik moet naar het werk.

- Ben işe gitmeliyim.
- İşe gitmek zorundayım.
- İşe gitmeliyim.
- İşe gitmeye ihtiyacım var.
- İşe gitmem gerek.

Ik moet naar het werk.