Examples of using "Hali" in a sentence and their dutch translations:
Hij moet 't zelf weten.
Er bestaan digitale versies van,
Ik heb vandaag een slecht humeur.
TikTok: ADHD in de vorm van 'n app.
Ik was in een slecht humeur.
Hij is gehumeurd.
Ze was slecht gehumeurd.
Hij is gehumeurd.
Tom is goed gehumeurd.
Je hebt vandaag een vreemd humeur.
- Tom is een slechte stemming.
- Tom is in een slechte bui.
Hij is zelden goed gehumeurd.
- Tom is nu in een slecht humeur.
- Tom is nu chagrijnig.
Tom was in een heel goede bui.
Bij een dominante mentale toestand, zoals ontspanning,
Het meervoud van 'person' is 'people', geen 'persons'.
Ik ben in een goed humeur vandaag.
- Ik heb vandaag een slecht humeur.
- Vandaag heb ik een slecht humeur.
- Vandaag ben ik in een slechte bui.