Examples of using "Dünkü" in a sentence and their dutch translations:
- Ik ben niet van gisteren.
- Ik ben toch geen baby!
Het weer van gisteren was vreselijk.
We spraken over de test van gisteren.
Vandaag is zo warm als gisteren.
Dat is de krant van gisteren. Waar is die van vandaag?
Heb je over de brand van gisteren gehoord?
Is het met de aardbeving van gister wel allemaal goed gegaan?
Dat is de krant van gisteren. Waar is de krant van vandaag?
Ik ben niet van gisteren.
Heb je gisteren de zonsverduistering gezien?
Heb je gisteren de maansverduistering gezien?