Examples of using "Tocarlo" in a sentence and their dutch translations:
- Willen jullie het aanraken?
- Wil je het aanraken?
Willen jullie het aanraken?
- Willen jullie het aanraken?
- Willen ze het aanraken?
Wil je het eens aanraken?
- Mag ik het aanraken?
- Kan ik het aanraken?
- Mag ik dit aanraken?
Je mag het niet aanraken, want het is breekbaar.
Je mag het niet aanraken, want het is breekbaar.