Examples of using "Tímido" in a sentence and their dutch translations:
Ik was verlegen.
Ik ben verlegen.
Je bent verlegen.
- Ik ben een verlegen jongen.
- Ik ben een schuchtere jongen.
Tom is verlegen.
Ik was te verlegen.
Tom was verlegen.
Tom leek verlegen.
Ik ben een beetje verlegen.
- Ik ben een verlegen jongen.
- Ik ben een schuchtere jongen.
Tom is erg verlegen.
Ik ben verlegen.
Ik ben een schuchtere jongen.
Wees niet verlegen.
De jongen is extreem verlegen.
Ik wist dat Tom verlegen was.
Ik ben erg verlegen.
Tom is een verlegen en eenzame jongen.
Ik ben niet verlegen.
Mijn vriend is een geweldige vent maar hij is zo verlegen. Je kan je niet inbeelden hoe moeilijk voor hem is, een gesprek met een vreemde te starten.