Examples of using "Sandía" in a sentence and their dutch translations:
Heb je een watermeloen gekocht?
Mary draagt een watermeloen.
Ik hou van watermeloen.
Ik eet graag watermeloen.
Een watermeloen zit vol water.
Ik hou van de smaak van watermeloen.
- Heb je een watermeloen gekocht?
- Heeft u een watermeloen gekocht?
- Hebben jullie een watermeloen gekocht?
In de hotelkamer lag een watermeloen op tafel.
Morgen gooi ik voor de lol een watermeloen van het dak van een gebouw van vijf verdiepingen.