Translation of "Personalidad" in Dutch

Mi trabajo arduo, mi personalidad,

mijn harde werk, mijn persoonlijkheid,

Variamos por personalidad, por cultura,

We verschillen van karakter, van cultuur,

Ella tiene una personalidad fuerte.

Ze heeft een sterke persoonlijkheid.

Él tiene una fuerte personalidad.

Hij heeft een sterke persoonlijkheid.

Él tiene una personalidad maravillosa.

Hij heeft een geweldige persoonlijkheid.

Ella tiene una personalidad maravillosa.

Zij heeft een prachtige persoonlijkheid.

Como un reflejo de su personalidad,

Ze leken zijn hele persoonlijkheid te uiten,

Por lo que seguramente encontrará arte que refleje sus pasiones y personalidad.

dus je zult zeker kunst vinden die je passies en persoonlijkheid weerspiegelt.

Indudablemente, era un soldado y administrador talentoso, pero el choque de su personalidad

Hij was ongetwijfeld een begenadigd soldaat en bestuurder, maar zijn persoonlijkheidsconflict