Examples of using "Odia" in a sentence and their dutch translations:
Ze haat hem.
- Hij heeft een hekel aan hardlopen.
- Hij haat hardlopen.
- Tom haat je.
- Tom haat u.
- Tom haat jullie.
Tom haat mij.
- Jezus haat je.
- Jezus haat u.
- Jezus haat jullie.
Ze haat Facebook.
Ze haat groene paprika’s.
Tom haat Mary.
Tom haat de regels.
Tom haat jullie niet.
Mijn broer haat mij.
Tom haat wortels.
Tom haat katten.
De wereld haat mij.
Hij haat spinnen.
- Ze heeft een hekel aan wortels.
- Ze haat wortels.
Tom haat huiswerk.
Tom haat spinnen.
- Hij heeft een hekel aan wortels.
- Hij haat wortelen.
Tom haat Kerstmis.
Ze heeft een hekel aan paprika's.
Mijn vrouw haat katten.
Zij haat countrymuziek.
Mijn moeder haat brieven schrijven.
Mijn vrouw haat katten.
Tom haat groene paprika's.
- Tom heeft een hekel aan buitenlanders.
- Tom haat buitenlanders.
Iedereen haat Tom.
Tom heeft een hekel aan iedereen.
Waarom haat Tom Mary?
Tom haat Halloween.
Mijn moeder haat televisiekijken.
Mijn vader houdt niet van de zomerwarmte.
Die mensen haten alle vreemdelingen.
De meeste kinderen haten de school.
Ze haat hem niet. Sterker nog, ze houdt van hem.
Tom haat Mary.
Iedereen haat me.
Hij houdt van auto's, terwijl zijn broer ze haat.
Hij houdt van auto's, terwijl zijn broer ze haat.