Translation of "Navideños" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Navideños" in a sentence and their dutch translations:

- ¿Cuántos regalos navideños has repartido este año?
- ¿Cuántos regalos navideños has dado este año?
- ¿Cuántos regalos navideños has entregado este año?

- Hoeveel kerstcadeaus heb je dit jaar gegeven?
- Hoeveel kerstcadeaus hebt u dit jaar gegeven?
- Hoeveel kerstcadeaus hebben jullie dit jaar gegeven?

Escuché a algunas personas cantando villancicos navideños.

Ik hoorde enkele mensen kerstliedjes zingen.

¿Para cuántas personas has comprado regalos navideños este año?

- Hoeveel mensen heb je dit jaar kerstcadeaus gekocht?
- Hoeveel mensen hebt u dit jaar kerstcadeaus gekocht?
- Hoeveel mensen hebben jullie dit jaar kerstcadeaus gekocht?

Los niños encontraron regalos navideños escondidos debajo de la cama.

Kinderen vonden kerstcadeaus verborgen onder het bed.

- "Jingle Bells," la popular canción en tiempos navideños, en realidad no es una canción navideña. La letra no dice nada sobre navidad.
- "Jingle Bells", la famosa canción navideña, en realidad no tiene nada de navideña. El texto no hace mención alguna de la Navidad.

„Jingle Bells”, het bekende kerstlied, heeft in werkelijkheid niets met Kerstmis te maken. In de tekst is er geen enkele verwijzing naar het kerstfeest.