Examples of using "Creer" in a sentence and their dutch translations:
Eerst zien, dan geloven.
Ik wil geloven.
Eerst zien, dan geloven.
Het is moeilijk te geloven.
Ik geloof het niet!
Ik kan niet geloven dat ik hier ben.
Niemand zal me geloven.
- Dat kan ik niet geloven!
- Ik kan het niet geloven!
Ik kan het niet geloven!
Ik kan mijn ogen niet geloven.
Nee, ik kan er geen woord van geloven.
- Zelfs ik kan het niet geloven.
- Zelfs ik kan dat niet geloven.
Ik kon mijn ogen niet geloven.
Niemand zal zijn verhaal geloven.
Dat lijkt me moeilijk te geloven.
- Ik kan niet geloven dat Tom ja heeft gezegd.
- Ik kan niet geloven dat Tom ja zei.
Ik kon niet geloven wat ik zag.
Ik kan nauwelijks geloven dat je hier bent.
Ik neig ertoe te geloven dat u gelijk heeft.
Iedereen heeft iets nodig om in te geloven.
Tom kon zijn oren niet geloven.
Ik kan het niet geloven dat ik hem geloofde.
Ik kan niet geloven dat je dit in je eentje gedaan hebt.
Ik kan het niet geloven dat ik dat Tom liet doen.
Ik kan mijn ogen nauwelijks geloven.
Ik kan het niet geloven!
Ik kan mijn ogen niet geloven.
Ik kan niet geloven dat het al Kerstmis is.
We hebben goede redenen om in die mythe te geloven.
Is hij zo dom dat hij zoiets gelooft?
Hij moet wel dom zijn om zoiets te geloven.
Is ze zo dom, dat ze dat gelooft?
Ik kan niet geloven dat je dit in je eentje gedaan hebt.
Ik kan niet geloven dat ik dat vergeten ben.
Ik kan het niet geloven dat ik dat juist heb gezegd.
Ik kan niet geloven dat je echt verliefd op me bent.
- Ik kan niet geloven dat je foto's van kakkerlakken aan het maken bent.
- Ik kan niet geloven dat je foto's van kakkerlakken maakt.
Ik kan niet geloven dat Tom alles heeft opgegeten.
Ik kan niet geloven dat je al je geld gaat weggeven.
U moet niet alles geloven wat u in de kranten leest.
- Zelfs ik kan het niet geloven.
- Zelfs ik kan dat niet geloven.
Ik denk dat het veel lijkt op het normale griepvirus.
Iedereen wil graag geloven dat dromen uit kunnen komen.
Veel mensen willen niet geloven dat dit een verzonnen verhaal is.
Tenzij er betrouwbaar bewijs voor is, zouden we niet alles zomaar moeten geloven.
Tom kon niet geloven dat het alweer tijd was om naar huis te gaan.
Tom zal dat nooit geloven.
- Ik kon mijn ogen niet geloven.
- Ik kon mijn eigen ogen niet geloven.
Is ze zo dom, dat ze dat gelooft?
Hoe lang denk je dat het duurt om naar het vliegveld te gaan?
Het heeft geen zin te doen alsof om mij te laten geloven dat ik dingen geloof die jij niet gelooft!