Examples of using "Bebe" in a sentence and their dutch translations:
Drinkt hij koffie?
Drink!
- Drinkt hij koffie?
- Drinkt zij koffie?
Hij drinkt water.
Zij drinkt koffie.
Drinkt hij koffie?
Hij is aan de drank.
Hij drinkt koffie.
Drink iets.
Zij drinkt.
Hij drinkt alleen water.
- Tom drinkt aardig wat.
- Tom drinkt behoorlijk veel.
Hij drinkt bier.
Tom drinkt koffie.
- Tom drinkt water.
- Tom is water aan het drinken.
Hij drinkt nooit alcohol.
Tom drinkt wijn.
Tom is niet aan de drank.
Drinkt zij koffie?
Drinkt hij koffie?
Zij drinkt koffie.
Drink je melk op.
U drinkt thee.
Eet en drink.
Tom drinkt veel.
Drinkt hij koffie?
Ze drinkt thee.
Hij drinkt sap.
Drink wat thee.
Tom drinkt veel.
De kat drinkt melk.
Tom drinkt.
- Drink wat thee.
- Neem wat thee.
Tom drinkt geen bier.
Het meisje drinkt thee.
Drink je?
Alleen Naoko drinkt koffie.
Hij drinkt alleen water.
Tom drinkt oploskoffie.
Alleen Naoko drinkt koffie.
blaast het uit en drinkt het uit.
Hij drinkt niet genoeg moedermelk.
Hij rookt noch drinkt.
Tom drinkt zelden koffie.
Tom drinkt als een vis.
- Drink wat thee.
- Neem wat thee.
Drinkt u thee of koffie?
Drink minder en slaap meer.
De baby hield op met huilen.
Tom drinkt nooit bier.
Ze drinkt appelsap.
Drink.
- Hoe vaak drinkt u alcohol?
- Hoe vaak drink je alcohol?
Drink wat thee.
Kate drinkt elke dag een heleboel melk.
Eet en drink.
Tom drinkt thuis nooit bier.
Hij zuipt te veel.
Mijn vader drinkt niet te veel sake.
Drink iets.
- Drinkt u elke dag alcohol?
- Drink je elke dag alcohol?
- U drinkt thee.
- Jij drinkt thee.
Hij rookt niet en hij drinkt geen vodka.
Mijn broer doet zijn ogen dicht als hij drinkt.
Kate drinkt elke dag een heleboel melk.
Melanie drinkt melk.
Drinken de mensen in Boston kraanwater?
Tom drinkt alleen koffie.