Examples of using "сумке" in a sentence and their dutch translations:
Wat zit er in de zak?
Wat heb je in je zak?
Wat zit er in deze tas?
De sleutels zaten in mijn tas.
Wat zit er in je draagtas?
Hij opende de rits van de tas.
Mijn tas is leeg.
John heeft vijf appels. Hij geeft er één aan Maria. Hoeveel peren zitten er nog in de zak?