Examples of using "стар" in a sentence and their dutch translations:
De man is oud.
Misschien ben ik te oud.
Tom is te oud voor me.
- Gij zijt jong. Ik daarentegen ben heel oud.
- Jij bent jong. Ik daarentegen, ben heel oud.
Hij was te oud om te zwemmen.
Ik ben oud.
Hij weigert te aanvaarden dat hij oud is.
Ik ben al oud.
Mijn bureau is oud.
Misschien ben ik te oud.
Ik ben te oud.
Hij was erg oud en ziek.
- Het is nooit te laat om te leren.
- Niemand is te oud om te leren.
- Men is nooit te oud om te leren.
Hij was heel oud.
Hoe oud is je vader?
In het koetsje zat een heer, niet knap, maar ook niet slecht van uiterlijk, niet al te dik, niet al te dun; oud kon hij niet genoemd worden, maar hij was ook niet al te jong.