Examples of using "повезло" in a sentence and their dutch translations:
We zijn ermee weggekomen.
Deze vlieg boft.
Sommige mensen hadden geluk.
Ik had geluk.
Ze hebben geluk gehad.
Maar hij heeft geluk gehad.
- Ze viel op haar neus.
- Ze viel op haar gezicht.
- Ik heb pech gehad.
- Ik had pech.
Ik had geluk.
Ze hebben geluk gehad.
Tom had geluk.
Ik heb geluk dat ik een acteur ben.
- We boffen dat we nog leven.
- We hebben geluk dat we nog leven.
- U heeft geluk. Het vliegtuig is op tijd.
- Ze hebben geluk. Het vliegtuig is op tijd.
- Wat vreselijk!
- Dat is pech hebben!
...en we hebben deze keer geluk gehad.
wat een bofferd ik was dat ik nog leefde,
Je beseft niet hoeveel geluk je hebt.
Ik had het geluk hem te zien.
Dit was niet een slecht idee, we hadden gewoon pech.
Je hebt geluk dat hij je niet gebeten heeft.
Je hebt geluk dat je in deze mooie stad op de wereld bent gekomen.
...maar met deze hebben we pech gehad.
Je bent erg gefortuneerd met dergelijke vrienden.
Ik heb geluk gehad dat ik erin geslaagd ben een goede babysit te vinden.
Hij heeft geluk zo'n goede vrouw te hebben.
Ik heb geluk dat niemand me dat zag doen.
Je hebt geluk dat je in deze mooie stad op de wereld bent gekomen.
Ja, de Romeinen hadden pech.
Hij had het geluk een baan te vinden.
Dus zeilen ze weg om de verovering van Noorwegen te helpen, en het was hun pech om Jarl