Examples of using "пила" in a sentence and their dutch translations:
Maria dronk.
- Ik dronk.
- Ik was aan het drinken.
Wat heeft ze gedronken?
- Ik dronk.
- Ik was aan het drinken.
Je dronk.
De schrijver dronk wijn.
- Ik dronk melk.
- Ik was melk aan het drinken.
Na het middagmaal dronk ze een koffie.
Ik heb de koffie gedronken.
Zijn vlijmscherpe gekartelde randen snijden in je als een zaag.
Ik kan me niet herinneren wanneer ik voor de laatste keer een martini heb gedronken.
Ze dronk koffie.
Ik heb gisteren geen thee gedronken.
Wat heeft ze gedronken?
Ik kan me niet herinneren wanneer ik voor de laatste keer een martini heb gedronken.