Examples of using "заплакал" in a sentence and their dutch translations:
Tom begon plotseling te huilen.
De jongen begon te huilen.
Je begon te huilen.
Tom begon te huilen.
Tom zou huilen.
Tom begon plotseling te huilen.
Hij begon te huilen.
Tom begon meteen te huilen.
Nog een minuut en de baby huilde.
Tom begon te huilen.
Toen hij het lawaai hoorde begon mijn broer te huilen.
Ik begon te huilen.
- Ik barstte in tranen uit.
- Ik begon te huilen.
De baby begon te huilen.
Tom begon meteen te huilen.
Toen Sami klaar was met het lezen van de Koran, huilde hij.
Tom zou huilen.
Tom begon te huilen.
Ik huilde bijna.
Hij begon te huilen.
Hij begon te huilen.
Tom zou niet huilen.