Examples of using "болел" in a sentence and their dutch translations:
- Mijn kies deed ongelooflijk zeer.
- Mijn tand deed ongelofelijk pijn.
Hij was niet ziek.
Hij was vorige week ziek.
Hij had buikpijn.
Ik had buikpijn.
Misschien was hij ziek.
Ze had buikpijn.
Ik had een vreselijke maagpijn.
Ik was ziek.
Ik weet dat Tom ziek is.
Mijn vader is zijn hele leven nooit ziek geweest.
Hij was niet ziek.
Mijn vader is zijn hele leven nooit ziek geweest.
Omdat ik ziek was ging ik niet naar school.
Heb je ooit een ernstige ziekte gehad?
- Op de dag van zijn examen barstte Tom van de maagpijn.
- Op de dag van zijn examen had Tom heel veel last van zijn maag.
- Op de dag van zijn examen had Tom heel veel buikpijn.
Hoeveel dagen is Tom ziek geweest?
Misschien was hij ziek.
Ik was niet aanwezig op school omdat ik ziek was.
Als kind had ik waterpokken.
Ik was ziek.
Gisteren had ik tandpijn.
Oh, ik was ziek.
Misschien was hij ziek.
Hij heeft niet kunnen komen want hij was ziek.
- Was je ziek?
- Was u ziek?
- Waren jullie ziek?
Omdat ik ziek was ging ik niet naar school.
Ik kon niet gaan werken want ik was ziek.