Examples of using "Jogava" in a sentence and their dutch translations:
Ik speelde voetbal, en mijn zus speelde tennis.
- Ik speelde tennis.
- Ik tenniste.
Zij speelde elke zondag tennis.
Zij speelde elke zondag tennis.
Toen hij jong was voetbalde hij soms.
Ze heeft vroeger basketbal gespeeld.
Ik wist niet dat je schaakte.
Ik speelde vaak honkbal toen ik jong was.
Tom werd aangereden terwijl hij Pokémon GO speelde.
- Ik speelde tennis.
- Ik tenniste.
Toen ik in Amerika woonde, speelde ik golf met mijn vrienden.