Examples of using "Domingos" in a sentence and their dutch translations:
Ik hou niet van zondagen.
- Ik werk niet op zondag.
- Ik werk 's zondags niet.
- Ik werk zondags niet.
Ik werk zelfs op zondag.
- Ik werk niet op zondag.
- Ik werk 's zondags niet.
Ik werk zelfs op zondag.
- Ik werk niet op zondag.
- Ik werk 's zondags niet.
- Ik werk zondags niet.
Zij speelde elke zondag tennis.
- Werk je op zondag?
- Moet je zondags werken?
Hij speelt elke zondag golf.
Op zondag is het museum niet open.
's Zondags ga ik naar de kerk.
Ze zijn altijd vroeg wakker, zelfs op zondag.
Zij waren gewoon 's zondags naar de kerk te gaan.
's Zondags zijn we niet altijd thuis.
Zij gaan zondags naar de kerk.
Hij werkt iedere dag, behalve op zondag.
Moet je zondags werken?
Ik ga niet naar school op zondag.
- Ik werk alle dagen behalve op zondag.
- Ik werk elke dag behalve zondag.
- 's Zondags ga ik naar de kerk.
- Zondags ga ik naar de kerk.
Ik ben gewoon om op zondagen vaak met hem te tennissen.
Zijn ouders gaan elke zondag naar de kerk.
Ik werk zelfs op zondag.
Zondags blijf ik altijd thuis.
Vroeger gingen wij iedere zondag uit eten, maar tegenwoordig kunnen wij ons dat niet meer permitteren.